De rente over een lening die is verstrekt door een verbonden lichaam en is bedoeld voor een acquisitie is in beginsel niet aftrekbaar. Maar de rente is wel aftrekbaar als aan zowel de acquisitie als de schuld zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Bij deze zakelijkheidstoets moet men van de Hoge Raad de situatie vanuit het oogpunt van alle betrokken partijen bekijken.
De Hoge Raad maakte dit duidelijk in de volgende zaak. Een Zuid-Afrikaanse topvennootschap van een internationaal concern had met een aandelenemissie een opbrengst van $ 1 miljard behaald. Een deel van deze opbrengst leende zij aan een Zuid-Afrikaanse dochtermaatschappij, die het bedrag weer stortte in een concernvennootschap in Mauritius. De vennootschap in Mauritius leende het bedrag vervolgens renteloos uit aan een financieringsmaatschappij waarin zij alle aandelen hield. De financieringsmaatschappij, die zelf ook was gevestigd in Mauritius, leende daarna het geld tegen een rentevergoeding uit aan een Nederlandse dochter- en kleindochtermaatschappij van de topvennootschap. De topvennootschap had het bedrag meteen overgemaakt naar de Nederlandse dochtermaatschappij. De Nederlandse vennootschappen gebruikten de lening om een belang te verwerven in een ander lichaam, dat daardoor een verbonden lichaam werd. De vraag was of de financieringsrente volledig aftrekbaar was.
Dubbele zakelijkheidstoets
De Hoge Raad oordeelde dat niet alleen de acquisitie, maar ook de financieringswijze zakelijk moest zijn en wel bekeken vanuit het standpunt van alle betrokken partijen. Het was al duidelijk dat de acquisitie zakelijk was. De noodzaak voor de topvennootschap om het geld via de lichamen op Mauritius om te leiden in plaats van rechtstreeks uit te lenen aan de Nederlandse vennootschappen was echter minder duidelijk. Dit moet een ander hof nog nader onderzoeken.
Meer informatie: Hoge Raad, 5 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1460
Geef een reactie