Een speler van online internetpoker verzocht de Nederlandse fiscus om teruggaaf van kansspelbelasting die hij in 2012 had voldaan. Hij beriep zich (deels) met succes op de vrijheid van verkeer van diensten.
Voor de beantwoording van deze vraag moest de rechter onderzoeken of de aanbieder van het internetpoker binnen de EU was gevestigd. Rechtbank Noord-Holland was het met de inspecteur eens dat de aanbieder gevestigd was daar waar het hoofdkantoor zich bevond, namelijk op het eiland Man. Het was volgens de rechtbank niet voldoende dat de diensten aan de spelers, waaronder belanghebbende, werden verleend onder een vergunning die was afgegeven door autoriteiten op Malta. Het hof zag dit anders. Volgens het hof had belanghebbende aannemelijk gemaakt dat de dochtervennootschap op Malta in ieder geval vanaf 1 mei 2012 de daadwerkelijke aanbieder was. Uit de stukken die hij overlegde bleek dat het bestuur, en dus ook de feitelijke leiding op Malta was gevestigd. De dochtervennootschap huurde een kantoorruimte op Malta, waar 157 werknemers werkzaam waren. Ook de supportcenters, IT-afdeling en de belangrijkste bankrekeningen waren op Malta. Dat de in verband met de website gebruikte servers slechts deels op Malta stonden, het emailverkeer via een server op het eiland Man verliep en de marketingactiviteiten ook vanuit het eiland Man werden geïnitieerd, achtte het hof van ondergeschikt belang. Het hof verklaarde het hoger beroep deels gegrond.
Wet: artikel 56 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
Meer informatie: Hof Amsterdam, 19 november 2015 (gepubliceerd op 16 december 2015), ECLI:NL:GHAMS:2015:5201
Geef een reactie