Als een informatiebeschikking op verschillende jaren ziet, heeft de uitspraak op bezwaar tegen een aanslag over een bepaald jaar gevolgen voor de informatiebeschikking voor zover die dat jaar betreft, aldus de Hoge Raad.
Bij het opleggen van een aanslag, een navorderings- of naheffingsaanslag, of het geven van een beschikking (zoals uitspraak op bezwaar), vervalt een niet onherroepelijke informatiebeschikking volgens de Hoge Raad voor zover deze betrekking heeft op hetzelfde belastingmiddel en hetzelfde jaar. Eerder oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden dus terecht in deze zaak dat de uitspraak op bezwaar tegen de voor 2008 opgelegde aanslag IB/PVV, de eerder opgelegde informatiebeschikking onaangetast liet voor zover deze beschikking andere jaren betrof. Het hof had echter ten onrechte aangenomen dat de beschikking voor het jaar 2008 in stand kon blijven. Volgens de Hoge Raad moest de informatiebeschikking van rechtswege vervallen voor zover zij betrekking had op het jaar 2008, en niet geheel zoals A-G IJzerman eerder betoogde.
Reactie mr. Dick Barmentlo
Taxence vroeg mr. Dick Barmentlo om een reactie op deze uitspraak. Volgens Barmentlo geeft de Hoge Raad een duidelijke uitleg van art. 52a, lid 3 AWR en voegt daaraan toe dat het niet uitmaakt of de belastingaanslag een andere component van de belastingschuld betreft dan waarop de informatiebeschikking ziet. 'Interessant is ook de overweging bij de verwijzingsopdracht: alle stukken die een rol hebben gespeeld bij de besluitvorming van de inspecteur met betrekking tot die informatiebeschikking dienen ter inzage te worden verstrekt. Daartoe kunnen ook stukken uit een controledossier en interne memo's behoren', aldus Barmentlo.
Wet: artikel 47 en 52a, lid 3 AWR, artikel 7:4 en 8:42 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3602
Geef een reactie