Onder voorwaarden kan een niet in Nederland gelegen onroerende zaak worden aangemerkt als een landgoed als bedoeld in de Natuurschoonwet (NSW). Dat hebben staatssecretarissen Dijksma en Wiebes besloten.
De goedkeuring loopt vooruit op een wijziging van de Natuurschoonwet 1928 en het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928. De goedkeuring treedt op 12 september 2015 in werking en werkt terug tot en met 18 december 2014. Op die dag heeft het Hof van Justitie EU arrest (C-133/13) gewezen, waarin is geoordeeld dat een onroerende zaak onder voorwaarden ook als landgoed onder de Natuurschoonwet 1928 kan worden gerangschikt wanneer de onroerende zaak buiten Nederland is gelegen en een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed. Zie ook: Fiscaal voordeel nationaal cultuurhistorisch erfgoed EU-proof. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de desbetreffende zaak op 22 juli 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2299) conform het oordeel van het Hof van Justitie uitspraak gedaan.
Eén van de voorwaarden voor de goedkeuring is dat met de buitenlandse staat de uitwisseling van gegevens en inlichtingen is geregeld.
Meer informatie: Besluit Staatssecretaris van Financiën, 8 september 2015, nr. BLKB 2015/1169M, Stcrt. 2015, nr. 29749
Geef een reactie