Ook als geen sprake is van oneigenlijk gebruik of misbruik, moet men nog steeds voldoen aan de voorwaarden voor de toepassing van de fusievrijstelling in de overdrachtsbelasting. Zo heeft Rechtbank Gelderland beslist.
Toepassing van de fusievrijstelling in de overdrachtsbelasting is mogelijk als de fusie hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. Rechtbank Gelderland vindt dat de uitleg van het begrip ‘zakelijke overwegingen’ in de nota van toelichting en de daarin gestelde voorwaarden bijdragen aan het door de wetgever beoogde doel. En dat is het voorkomen dat transacties waarvan het resultaat niet meer is dan de overdracht van onroerende zaken worden vrijgesteld van overdrachtsbelasting. De besluitgever is dan ook niet buiten zijn delegatiebevoegdheid getreden. Daaraan doet niet af dat de vrijstelling in bepaalde gevallen geen toepassing kan vinden omdat niet voldaan is aan de voorwaarden, terwijl feitelijk geen sprake is van oneigenlijk gebruik of misbruik. Het algemene karakter van de voorwaarden maakt dat ook in die situatie de voorwaarden van toepassing zijn. De omstandigheid dat de voorwaarden bij de fusievrijstelling op een aantal punten afwijken en wellicht strenger zijn dan de voorwaarden voor andere vrijstellingen, waaronder die bij splitsing, doet er niet toe. De inspecteur had de toepassing van de fusievrijstelling – nu geen sprake was van ‘substance’ en ‘synergie-effecten’ – terecht geweigerd.
Wet: artikel 15, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970 en artikel 5bis, Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer 1971
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 17 september 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5800
Geef een reactie