Als een directeur-grootaandeelhouder (dga) een dividend ontvangt en zou moeten weten dat zijn bv de ingehouden dividendbelasting niet heeft afgedragen, mag hij die dividendbelasting niet verrekenen met de inkomstenbelasting. Rechtbank Noord-Holland kwam onlangs tot dit oordeel.
In deze zaak had een bv wel de dividendbelasting ingehouden op het dividend aan haar dga, maar deze alleen geboekt onder de kortlopende schulden. Op het moment van de procedure had de bv de dividendbelasting nog steeds niet afgedragen. De dga stelde dat hij niet wist dat zijn bv de dividendbelasting ten onrechte niet had afgedragen. Maar de rechtbank vond dat de man als enig aandeelhouder en bestuurder dit wel had moeten weten. Het feit dat de dga een adviseur had ingeschakeld voor het indienen van de aangiften ontsloeg hem niet van zijn verplichtingen. De dga had een opdracht tot betaling moeten geven of op een andere manier ervoor moeten zorgen dat zijn bv de dividendbelasting afdroeg. Nu hij dit had nagelaten, was hij niet te goeder trouw. Door dit alles was volgens de rechtbank geen sprake van geheven dividendbelasting die als voorbelasting was te verrekenen met de inkomstenbelasting.
Wet: artikel 9.2, tweede lid, onderdeel b Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland, 26 augustus 2015 (gepubliceerd 28 augustus 2015), ECLI:NL:RBNHO:2015:7169
Geef een reactie