Beslissingen over verhuur, onderhoud en verguninningen zijn naar het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden samen beleidsbepalend. Hierdoor kon een holding een beroep doen op de holdingresolutie en opgenomen worden in een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.
In geschil was of de bestuurder en enig aandeelhouder van een topholding voor onroerend goed de btw over de aanschaf van een auto, ter beschikking gesteld aan de topholding, in aftrek kon brengen. De topholding verrichtte werkzaamheden voor een van de drie dochtermaatschappijen. Zij nam beslissingen over verhuur, onderhoud en vergunningen. Er werd echter geen vergoeding voor de werkzaamheden gevraagd.
De partijen waren het met elkaar eens dat sprake was van een organisatorische en financiële verwevenheid. In discussie is slechts de economische nauwe verbondenheid. Vanwege het ontbreken van vergoeding was er geen sprake van ondernemerschap. Hof Arnhem-Leeuwarden concludeerde dat de top-holding slechts deel kan uitmaken van een fiscale eenheid als deze houdstermaatschappij een sturende en beleidsbepalende functie had ten dienste van de werkmaatschappijen. In dat geval kon beroep worden gedaan op de holdingresolutie. Volgens het hof waren de werkzaamheden daadwerkelijk sturend en beleidsbepalend. Nu de holding in de fiscale eenheid kon worden opgenomen had de bestuurder recht op btw-aftrek.
Wet: artikel 7 lid 4 Wet OB; holdingresolutie: Resolutie van de staatssecretaris van Financiën van 18 februari 1991, nr. VB91/347.
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 augustus 2015 (gepubliceerd 4 september 2015), ECLI:NL:GHARL:2015:6335
Geef een reactie