De fiscus mocht de afkoopsom die een bestuurder ontving in verband met de beëindiging van zijn bestuursfunctie belasten als resultaat uit overige werkzaamheden, ook al liet de bestuurder de afkoopsom uitbetalen aan een ideële stichting.
Een bestuurder van een stichting ontving in verband met de beëindiging van zijn bestuursfunctie een vergoeding (afkoopsom) van € 100.000 van een bv. De bestuurder liet dit bedrag uitbetalen op de rekening van een charitatieve instelling. Een paar jaar later kreeg hij een navorderingsaanslag opgelegd. Volgens de inspecteur had de bestuurder als voormalig belastingadviseur moeten weten dat hij de afkoopsom in zijn aangifte inkomstenbelasting had moeten opnemen als resultaat uit overige werkzaamheden. Rechtbank Den Haag oordeelde dat de aanslag tijdig was opgelegd. De navorderingstermijn moest namelijk worden verlengd met het namens de bestuurder verzochte en op grond van de beconregeling verleende uitstel. Zie ‘Uitstelregeling voor belastingconsulenten’. De afkoopsom was volgens de rechtbank, ondanks het feit dat de bestuurder deze aan een charitatieve instelling had laten uitbetalen, door hem genoten. Ook het feit dat de afkoopsom door een andere partij werd uitbetaald, maakte dat niet anders. De rechter liet de navorderingsaanslag in stand en vond de boete van € 4.000 passend en geboden.
Wet: artikel 3.90 Wet inkomstenbelasting 2001
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 25 juni 2015 (gepubliceerd op 1 september 2015), ECLI:NL:RBDHA:2015:10251
Geef een reactie