Als psychische schade die een werknemer heeft geleden voldoende verband houdt met de dienstbetrekking, kwalificeert de vergoeding hiertoe als loon. Voor de vraag of psychische schade zich voordoet, is niet vereist dat sprake is van onvrijwillig ontslag.
Op verzoek van een werknemer werd zijn dienstbetrekking in januari 2009 ontbonden door de kantonrechter. Op basis van de vaststellingsovereenkomst vergoedde zijn werkgever hem in dat verband onder andere € 85.000 voor ‘immateriële schade’. Eerder oordeelde Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden al dat deze vergoeding aangemerkt moest worden als belastbaar loon uit dienstbetrekking. A-G Niessen merkt op dat vergoedingen die door een werkgever aan zijn werknemer zijn verstrekt in het kader van zijn ontslag, behoren tot het loon uit dienstbetrekking. Dit is alleen anders als ze geen of onvoldoende verband houden met de dienstbetrekking. Het hof had gemotiveerd en begrijpelijk geoordeeld dat deze werknemer niet aannemelijk had gemaakt dat de vergoeding onvoldoende verband hield met de dienstbetrekking. Mocht de werknemer hebben bedoeld dat de vergoeding voor psychisch leed was, dan was volgens het hof sprake van psychisch leed dat inherent was aan de afwikkeling van de dienstbetrekking door onvrijwillig verslag en kwalificeerde als loon. Volgens de A-G is in dit verband niet vereist dat sprake is van onvrijwillig ontslag. Als de (psychische) schade die de werknemer heeft geleden voldoende verband houdt met de dienstbetrekking, kan de vergoeding als daaruit genoten worden aangemerkt. De A-G adviseerde tot ongegrond verklaring van het beroep in cassatie van de werknemer.
Wet: artikel 10, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 6:106 BW
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad, 28 juli 2015 (gepubliceerd op 4 september 2015), ECLI:NL:PHR:2015:1696
Geef een reactie