Het arrest van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU) van 17 september 2015 leidt tot een mogelijke teruggave van dividendbelasting aan buitenlandse particuliere aandeelhouders. Dat laat de staatssecretaris weten in antwoord op Kamervragen van het lid Merkies.
De vraag was of, naar aanleiding van de uitspraak van het HvJ EU (zie: Nederlandse dividendheffing mogelijk strijdig met EU-recht) de Nederlandse Staat de in Nederland geheven dividendbelasting zou moeten terugbetalen aan particuliere beleggers die elders in de Europese Unie wonen. De staatssecretaris stelt dat het in de uitspraak gaat om de situatie dat binnenlandse aandeelhouders 15% dividendbelasting als voorheffing kunnen verrekenen met de inkomstenbelasting (particulieren) of vennootschapsbelasting (bedrijven), terwijl voor buitenlandse portfolio-aandeelhouders deze mogelijkheid niet bestaat. Voor deze beleggers is de dividendbelasting geen voorheffing maar eindheffing. Daardoor is de Nederlandse belastingdruk op dividenden voor buitenlandse aandeelhouders soms hoger dan de belastingdruk op dividenden bij binnenlandse aandeelhouders, wat het HvJ EU in strijd met het Europese recht vindt.
Hoge Raad moet duidelijkheid geven
Het arrest kan er daarom toe leiden dat buitenlandse particuliere aandeelhouders in voorkomende gevallen mogelijk recht krijgen op teruggave van dividendbelasting, aldus Wiebes. Indien op basis van een belastingverdrag het nadeel voor de buitenlandse aandeelhouder in zijn woonstaat volledig wordt verrekend, hoeft Nederland geen teruggaaf te verlenen. De precieze gevolgen zullen pas duidelijk worden nadat de Hoge Raad de eindarresten heeft gewezen. De staatssecretaris gaat er vanuit dat hij dan, vooruitlopend op wetgeving, met een beleidsbesluit zal komen om de praktijk meer helderheid te bieden.
Meer informatie: Antwoorden op Kamervragen inzake dividendbelasting (9 oktober 2015)
Geef een reactie