Een arbeidsovereenkomst met vijf werkgevers ligt volgens Rechtbank Gelderland niet voor de hand. Gekeken naar zelfstandigheid ten opzichte van opdrachtgevers, het streven naar continuïteit en ondernemersrisico, was sprake van ondernemerschap.
In 2014 verrichtte een man chauffeurswerkzaamheden, waarvoor geautomatiseerd een Verklaring arbeidsrelatie ‘winst uit onderneming’ (VAR-Wuo) was afgegeven. Naar aanleiding van een boekenonderzoek herzag de inspecteur deze in een beschikking VAR-loon. Anders dan de inspecteur stelde, kwalificeerde de rechtbank de relatie met de opdrachtgevers niet als nulurencontracten omdat er geen sprake was van gezag. Ook in het aantal opdrachtgevers zag de rechtbank aanknopingspunten voor ondernemerschap. De chauffeur had onweersproken gesteld dat hij de werkzaamheden zelfstandig en naar eigen inzicht had verricht voor vijf verschillende opdrachtgevers, zonder gebonden te zijn aan vaste werktijden, pauzes of overleg over vakantieplanning. Door de spreiding van zijn werkzaamheden was hij niet van één opdrachtgever afhankelijk. Dat de man in de vrachtwagens van zijn opdrachtgevers reed en daarom niet investeerde in een eigen vrachtwagen, deed niet af aan zijn ondernemerschap. De chauffeur had recht op een VAR-Wuo.
Let op!
Waarschijnlijk verdwijnt de VAR per 1 april 2016. Opdrachtgevers- en nemers kunnen in plaats daarvan hun overeenkomsten ter beoordeling voorleggen aan de Belastingdienst. Lees hier de blog van drs. Peter Hoogstraten over het vervallen van de VAR.
Wet: artikel 3.2, 3.5 en 3.8 Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 22 oktober 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6418
Geef een reactie