Alleen als de gemachtigde een advocaat is, hoeft er geen volmacht te worden aangeleverd bij de Hoge Raad. Ontbreekt de volmacht van een rechtsbijstandverlener (geen advocaat) of komt deze te laat binnen, dan verklaart de rechter het ingediende beroep niet-ontvankelijk. Zo gebeurde dit onlangs ook.
Een adviseur ging namens zijn cliënt in cassatie. De griffier stuurde de adviseur een aangetekende brief met het verzoek om binnen zes weken een volmacht voor het indienen van het cassatieberoepsschrift te overleggen of in ieder geval een verklaring dat zijn cliënt instemde met de vertegenwoordiging. De adviseur voldeed niet (op tijd) aan het verzoek. Bij de Hoge Raad deed hij een beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat een advocaat geen schriftelijke volmacht hoeft te overleggen, maar ieder ander wel. Dit beroep slaagde niet, omdat een advocaat door wettelijke beroepsvoorschriften in een andere positie verkeert dan een rechtsbijstandverlener die geen advocaat is. Verder vond de Hoge Raad het niet van belang dat de brief met het machtingsverzoek in ontvangst was genomen door degene met wie de adviseur kantoorruimte deelde. Dat die ander de brief niet aan hem had overhandigd, kwam voor rekening van de adviseur. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Wet: artikel 6:6 Awb
Meer informatie: Hoge Raad, 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:157
Geef een reactie