Aan het begin van het nieuwe jaar kijkt Taxence met een aantal specialisten naar wat 2015 op fiscaal gebied zal brengen. Michel Ruijschop gaat in op de ontwikkelingen op het gebied van de vennootschapsbelasting. Ruijschop is senior manager bij het Wetenschappelijk Bureau van Deloitte, verbonden aan de afdeling Belastingrecht van de Universiteit Leiden en vaste commentator bij Tax Talks Academy.
Op het moment van het schrijven van dit blog is het de koudste dag van het jaar tot nu toe, met een gevoelstemperatuur van -12. Hoewel langetermijnweersvoorspellingen zich nog steeds in de experimentele fase bevinden, kan met de afgelopen jaren in het achterhoofd wel voorzichtig worden gehoopt op een vroeg en warm voorjaar. Desondanks zijn de berichten over de vlinderstand in Nederland niet positief te noemen (zie bijvoorbeeld nu.nl). Op het terrein van mijn persoonlijke interesse, de vennootschapsbelasting, hangt de vlag er duidelijk anders bij. Hoewel ik op dit moment nog geen waardeoordeel durf te geven over wat ons te wachten staat, is duidelijk dat er een fiscale rups ligt te wachten op een metamorfose.
Papillon-style
Eind vorig jaar heeft het Amsterdamse Hof de Nederlandse weigering om een grensoverschrijdende fiscale eenheid ‘Papillon-style’ toe te staan definitief van tafel geveegd. De staatssecretaris heeft vervolgens bakzeil gehaald en moest in een beleidsbesluit schoorvoetend toegestaan dat in Nederland een fiscale eenheid kan worden gevormd tussen een moedermaatschappij en een kleindochtermaatschappij als de tussenholding elders in de Europese Unie is gevestigd. Ook de zusjesvariant, waarbij de moedermaatschappij bijvoorbeeld in Duitsland is gevestigd en de twee te voegen dochters in Nederland, heeft nu de ambtelijke zegen van Wiebes gekregen.
Onderworpenheidseis
Probleemloos is dit beleidsbesluit zeker niet, want de bewindsman toverde voor deze buitenlandse vennootschappen een onderworpenheidseis uit de hoge hoed die nergens fatsoenlijk is gemotiveerd, en mogelijk ook nog eens strijdig is met het EU-recht. Het beleidsbesluit is de voorbode van een wetsvoorstel (en een wijziging van het Besluit fiscale eenheid 2003) dat in het voorjaar zal ontpoppen. Daarin is de verwachting dat er antimisbruikbepalingen zullen worden opgenomen ter voorkoming van wat men noemt ‘unilaterale dubbele verliesverrekening’: de mogelijkheid om een verlies tweemaal in Nederland te presenteren. Dit risico doet zich vooral voor in de traditionele moeder-kleindochtervariant. Of de rups zich zal ontpoppen tot een fraaie vlinder dan wel een lelijke mot, valt nog te bezien. Het ten departemente bestaande structurele streven om bij voorbaat alle mogelijke loopholes dicht te timmeren mondt frequent uit in monsterlijk complexe wetgeving.
Compartimenteringsreserve
Over ingewikkeld gesproken, een andere onvermijdelijke complicering van de vennootschapsbelasting is de introductie van een nieuwe fiscale reserve: de compartimenteringsreserve. Het wetsvoorstel stamt alweer uit 2013, maar is ‘as we speak’ nog steeds in behandeling bij de Senaat, waar vooral professor Essers wederom stevige vragen heeft gesteld over de schaamteloze onbeperkte materiële terugwerkende kracht die in het wetsvoorstel is ingebakken. Ondanks de niet aflatende kritiek over het wetsvoorstel, en vooral die terugwerkende kracht, heeft de staatssecretaris tot dusverre geen krimp gegeven. Dat wij 2015 gaat uitzwaaien met een nieuwe compartimenteringsregeling in de deelnemingsvrijstelling staat echter zo vast als een huis.
Wijzigingen hybrids
Een tweede zeer belangrijke ontwikkeling op het gebied van de deelnemingsvrijstelling komt wederom uit de Europese hoek. De Europese Unie zet bij de bestrijding van ‘hybrids’ sterk in op een tweesporenbeleid, daarbij gesteund door de OECD rapporten inzake BEPS. Enerzijds zal door een wijziging van de Moederdochterrichtlijn Nederland moeten regelen dat de deelnemingsvrijstelling niet langer van toepassing is op een deelnemerschapslening als de betaalde rente aan de schuldenaarszijde ten laste van de winst kan worden gebracht. Anderzijds zal er in de deelnemingsvrijstelling een algemene antimisbruikbepaling (een zogenoemde GAAR) moeten worden opgenomen om ‘gekunstelde handelingen’ met een doorslaggevend fiscaal motief te bestrijden. De lidstaten moeten deze wijzigingen voor 1 januari 2016 invoeren in hun nationale wetgeving. Deze eerste echt concrete wetswijziging met een BEPS-signatuur zal naar verwachting voor de internationale adviespraktijk niet zonder gevolgen blijven.
BEPS=Soft law?
Of de andere OECD action plans uiteindelijk het stadium van soft law achter zich zullen laten, is nog onzeker. Ondanks de niet-aflatende kritische houding vanuit vooral de linkerzijde van het politieke spectrum zou de geleidelijk aantrekkende Europese economie wel eens de wind uit de zeilen van de BEPS-boot kunnen halen. Als de ‘gewone man’ (M/V) massaal weer in staat blijkt te zijn een nieuwe ‘curved’ UHD flatscreen te kopen om kamervullend te genieten van alweer een seizoen Boer zoekt vrouw, is de maatschappelijke verontwaardiging over een artificieel laagbelast kopje koffie wellicht snel weer vergeten en moet Jesse Klaver op zoek naar een nieuwe hobby.
Vpb-plicht zeehavens op ramkoers
Europa trekt ten slotte ook diepe sporen in het landschap van de belastingplicht van overheidsondernemingen. Het goede voornemen om dat wetsvoorstel reeds vóór de afgelopen jaarwisseling parlementair af te handelen is een brug te ver gebleken. Maar opgejaagd door dreigende staatssteunprocedures zal de kamerbehandeling van het desbetreffende wetsvoorstel op korte termijn zijn einde naderen, zodat de nieuwe regeling vanaf 2016 door de betrokken gemeenten en andere (semi-)overheidsorganisaties zal moeten worden uitgevoerd. Dit wetsvoorstel zal vooral ingrijpende gevolgen hebben voor de administratieve en personele organisatie van deze grote groep nieuwe belastingplichtigen. Op één onderdeel van dit wetsvoorstel ligt Nederland letterlijk en figuurlijk op ramkoers met Europa, te weten de vennootschapsbelastingplicht van onze internationale zeehavens. Nederland wil daarvoor een vrijstelling handhaven totdat de andere lidstaten hun zeehavens ook aan winstbelasting gaan onderwerpen. Maar de Europese Commissie is ‘not amused’ over dit voornemen en heeft een staatssteunprocedure aangekondigd. Onze staatssecretaris toont zich als een moderne Michiel de Ruyter standvastig in dit spelletje zeeslag. En geef hem eens ongelijk, want Nederland hoeft toch niet altijd het braafste jongetje van de klas te zijn!
Eerder verschenen in deze serie
> Anbi 2015: validatiestelsel filantropie, website-vereisten en liquidatiebepaling - Sigrid Hemels
> Formeel belastingrecht 2015: Digitalisatie, harmonisatie en identiteit tipgever – Igor Thijssen
Geef een reactie