Er zijn drie nieuwe besluiten gepubliceerd op het gebied van fusie, afsplitsing en zuivere splitsing in de vennootschapsbelasting. Hierin wordt onder andere bepaald dat de waarde van de verdwijnende vordering niet beperkt is tot de nominale waarde. Daarnaast wordt de samenloop met de innovatiebox ondervangen. Hieronder vindt u een overzicht van de wijzigingen.
Waarde verdwijnende vordering
Herwaardering bij de schuldenaar van een verdwijnende vordering is niet langer beperkt tot de nominale waarde (voorwaarde 1, tweede lid):
Voor de volledigheid wijs ik erop dat de waarde in het economische verkeer van een vordering ook hoger kan zijn dan de nominale waarde, bijvoorbeeld door een rente die hoger is dan de marktrente. Verdwijnt een dergelijke vordering door de fusie dan moet deze overwaarde in de winst worden opgenomen, krachtens het eerste lid van voorwaarde 1. Aansluitend bij deze (hogere) waardering door de crediteur stelt de debiteur zijn schuld op de gelijke waarde, krachtens het tweede lid van voorwaarde 1. Ook een hogere waarde van een verdwijnende vordering wordt door voorwaarde 1 dus afgerekend, zowel bij de crediteur als bij de debiteur.
Samenloop met innovatiebox
Voorwaarde 2a zorgt er voor dat de gefacilieerde fusie de toepassing van de innovatiebox niet beïnvloedt. Het eerste lid verzekert de voortzetting van de aanspraak op toepassing van de innovatiebox. Het tweede en derde lid verzekeren de overgang van de onder het regime van de innovatiebox in te lopen kosten.
Bepaalde achterblijvende aanspraken
Het zogenoemde meegeven van verliezen kan zonder een verzoek en is uitgebreid met andere aanspraken van de verdwijnende rechtspersoon die zonder goedkeuring verloren gaan. De goedkeuring voor het meegeven van voorwaartse verliesverrekening is uitdrukkelijk ook van toepassing verklaard bij toepassing van de fiscale faciliteit voor te late verzoeken.
Nieuwe voorwaarden
Er zijn voorwaarden toegevoegd voor de opwaarderingsreserve, de objectvrijstelling, de deelnemingsverrekening en de verrekening buitenlandse ondernemingswinsten
Buitenlandse of gedeeltelijk belastingplichtige rechtspersonen
Artikel 14b van de Wet Vpb kan ook van toepassing zijn bij een juridische fusie met alleen buitenlandse rechtspersonen, namelijk als de verdwijnende buitenlandse rechtspersoon belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. In dat geval is ook terugwerkende kracht mogelijk. Het fusietijdstip kan onder voorwaarden worden gesteld op de aanvang van het boekjaar van de verdwijnende rechtspersoon.
Te laat ingediende verzoeken
Voor de gevallen waarbij het verzoek om toepassing van artikel 14b, derde lid, van de Wet Vpb te laat is ingediend, kan alsnog een faciliteit worden verleend. Dit goedkeurende beleid is slechts van toepassing als:
a) aan alle voorwaarden voor de toepassing van artikel 14b van de Wet Vpb wordt voldaan, met uitzondering van de voorwaarde dat het verzoek vóór de fusie moet zijn gedaan; en
b) de overdracht van de onderneming bij de verdwijnende rechtspersoon of verkrijgende rechtspersoon niet heeft geleid tot een onherroepelijk vaststaande aanslag, waarbij een belaste overdracht uitgangspunt is geweest.
Samenloop fusie en fiscale eenheid
De beleidsonderdelen over de samenloop van juridische fusie en fiscale eenheid zijn vervallen. Deze samenloop is opgenomen in de regeling voor de fiscale eenheid.
Inwerkingtreding
De besluiten zijn op 7 februari 2015 in werking getreden en werken terug tot en met 27 januari 2015.
Besluiten van 7 februari 2015
> BLKB2015-33, Splitsing
> BLKB2015-34, Fusie
> BLKB2015-38, Zuivere splitsing
Geef een reactie