De inspecteur mag een belastingplichtige geen informatiebeschikking opleggen voor zover deze beschikking betrekking heeft op nieuwe vervolgvragen op eerder beantwoorde vragen. Het is de Belastingdienst evenmin toegestaan een informatiebeschikking op te leggen wegens een gering gebrek in de administratie.
In een zaak voor Rechtbank Den Haag had de inspecteur een informatiebeschikking opgelegd aan een vof die een café exploiteerde en aan haar twee vennoten. Deze vennoten hadden daarnaast nog een vof die geen activiteiten verrichte en zij verhuurden diverse kamers. De rechtbank verklaarde de beroepen van de vof en haar vennoten tegen de informatiebeschikking op diverse punten gegrond. Zo bevatte de informatiebeschikking vervolgvragen die niet eerder waren gesteld. Ten aanzien van deze vragen kon men niet zeggen dat de vof en haar vennoten niet hadden voldaan aan hun administratieverplichting. Verder had de beschikking ten onrechte mede betrekking op de vof zonder activiteiten. De fiscus had eerder geen vragen over deze vof gesteld en evenmin gesteld dat de vennoten hun administratieplicht hadden geschonden. De administratie van de verhuuractiviteiten van de vennoten toonde wel enkele gebreken. Deze waren echter te gering om te spreken van een schending van de administratieplicht. De rechtbank vernietigde daarom ook op deze punten de informatiebeschikking.
Wet: artikelen 47, 52 en 52a AWR
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 30 juni 2015 (gepubliceerd 21 juli 2015), ECLI:NL:RBDHA:2015:7473
Geef een reactie