Als door een gebrek in de aangifte € 2101 oftewel 19% meer belasting is verschuldigd, is dit volgens de Hoge Raad niet alleen verhoudingsgewijs, maar ook op zichzelf beschouwd aanzienlijk. De vereiste aangifte is dan niet gedaan.
Een man had ruim € 33.500 aan looninkomsten opgegeven in zijn aangifte inkomstenbelasting. Na de vondst van een hennepkwekerij in een pand dat hij huurde, corrigeerde de fiscus zijn aangifte. Er werd uitgegaan van één oogst en opbrengsten van € 5000. In geschil was of de bewijslast moest worden omgekeerd en verzwaard vanwege het niet doen van de vereiste aangifte. Hof Den Bosch vond van niet, omdat over de hennepopbrengsten van € 5000 afgezet tegen de looninkomsten van € 33.500 niet aanzienlijk minder belasting verschuldigd was. De Hoge Raad keek echter naar de werkelijke belasting. Bij inhoudelijke gebreken in de aangifte is de vereiste aangifte niet gedaan als de gebreken ertoe leiden dat verhoudingsgewijs aanzienlijk minder belasting is aangegeven dan de werkelijk verschuldigde belasting.
Op grond van het aangegeven inkomen was in deze zaak € 8938 verschuldigd, na de correctie was dit € 11.039. Dit is € 2101 ofwel 19% meer dan de belasting die op grond van de aangifte was verschuldigd. De Hoge Raad gaf aan dat dit niet alleen verhoudingsgewijs, maar ook op zichzelf beschouwd aanzienlijk was. De hofuitspraak kon niet in stand blijven en de zaak werd verwezen.
Wet: artikel 25 AWR (tekst 2008)
Meer informatie: Hoge Raad, 24 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1083
Geef een reactie