Doet iemand niet de vereiste aangifte of maakt iemand geen bezwaar tegen een informatiebeschikking? Dan verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, tenzij de belastingplichtige overtuigend aantoont dat de uitspraak op bezwaar onjuist is.
Een dga had direct en indirect aandelen in zeven vennootschappen. Aan twee van die vennootschappen had de man geld uitgeleend. Van een derde vennootschap had hij zelf geld geleend. Voor het jaar 2013 diende de dga een nihilaangifte in. De Belastingdienst week van de aangifte af en corrigeerde de aangifte onder meer met een hoger gebruikelijk loon, resultaat uit ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen en inkomen uit aanmerkelijk belang.
Omkeren bewijslast
In geschil bij Rechtbank Noord-Holland zijn de aangebrachte correcties door de Belastingdienst. De rechtbank is van oordeel dat de bewijslast moet worden omgekeerd. Er is een onherroepelijke informatiebeschikking en de dga heeft niet de vereiste aangifte ingediend. Voor een lager gebruikelijk loon had de dga als motivering dat de vennootschappen structureel verlieslijdend waren. De rechter vindt dat de dga dit niet heeft aangetoond. De resultaten waarnaar de dga verwijst zijn niet alle jaren negatief geweest. De dga heeft ook geen succes met zijn stelling dat de geldleningen kwalificeren als informele kapitaalstortingen. Door de geldleningen in de aangifte inkomstenbelasting 2012 ook als zodanig op te nemen en hierbij rentebaten in aanmerking te nemen, is niet waarschijnlijk dat in 2013 de geldleningen informele kapitaalstortingen zouden zijn. Zeker niet als de omstandigheden niet zijn veranderd
Verkapte winstuitdeling
De rechtbank is voorts van oordeel dat de schatting door de inspecteur van het inkomen uit terbeschikkingstelling redelijk is. De dga heeft in ieder geval niet doen blijken dat dit inkomen te hoog is vastgesteld. De niet betaalde rente door de dga vanwege de aan hem verstrekte lening, ziet de rechtbank als verkapte winstuitdeling. De daarvoor gehanteerde rente van 4% is niet te hoog. Bovendien heeft de dga dit percentage ook gebruikt in zijn aangifte 2012. De rechtbank laat alle correcties door de Belastingdienst in stand.
Wet: art. 27e en 52a AWR, art. 3.81 en 4.12 Wet IB 2001, art. 12a Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 2 juli 2019 (gepubliceerd 10 juli 2019), ECLI:NL:RBNHO:2019:5578
Geef een reactie