Terwijl nu de handhaving van de Wet DBA in beginsel erg beperkt is, zal dat vanaf 2020 anders zijn, zo stelt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Kamerbrief voortgang uitwerking maatregelen ‘werken als zelfstandige’. Als werkgevers de aanwijzingen van de Belastingdienst niet (snel genoeg) opvolgen, zal uiterlijk vanaf die datum de inspecteur handhavingsmaatregelen mogen nemen.
Het kabinet wil nieuwe wet- en regelgeving opstellen die zzp’ers meer duidelijkheid moet geven. Het kabinet wil echte ondernemers meer ruimte geven en tegelijkertijd schijnzelfstandigheid bestrijden. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) verwacht dat de vereiste wetgeving complex zal zijn, maar hij vermeldt ook dat het wetgevingsproces gestaag vordert. Het kabinet streeft ernaar om de wetgeving per 2021 te laten ingaan. In afwachting van de nieuwe wetgeving wordt de handhaving voor het inhuren van zelfstandigen opgeschort. Dit zal gelden tot uiterlijk 1 januari 2021. Vanaf 1 januari 2020 zal een aanscherping plaatsvinden van de mogelijkheden tot handhaven. De inspecteur kan dan ook handhaven in gevallen waarin opdrachtgevers hun werkwijze binnen een redelijke termijn niet aanpassen na aanwijzingen van de fiscus. Ook komen extra mensen beschikbaar om meer toezicht te houden. De Inspectie SZW krijgt bovendien meer capaciteit om via verschillende programma’s toezicht te houden op de arbeidswetgeving. Daarnaast zullen de Belastingdienst en Inspectie SZW intensiever samenwerken zodat signalen van schijnzelfstandigheid sneller worden opgepakt.
Minimumtarief voor zzp’ers
Dr. Frank Werger is in de Tax Talks live-uitzending van 25 juni 2019 dieper ingegaan op de voorgestelde maatregelen. Zo is een van de geplande maatregelen met betrekking tot zzp’ers de invoering van een minimumtarief van € 16 per uur. Dit tarief gaat voor alle zzp’ers gelden, ongeacht of het gaat om zakelijke of particuliere klanten. Er komen geen andere criteria, zoals de duur van een opdracht. Het minimumtarief gaat gelden voor alle uren die een zzp’er aan een opdracht besteedt. De wetgever houdt met deze maatregel rekening met de omstandigheid dat zzp’ers gemiddeld een derde van hun tijd moeten besteden aan overige werkzaamheden, zoals administratie. Het minimumtarief is exclusief directe kosten die een zzp’er voor een klus maakt. Kosten voor materiaal komen daarom bovenop de € 16. Werger stelt dat de zakelijke opdrachtgever op basis van de offerte moet inschatten of sprake is van een reële begroting en of hij uitkomt op een vergoeding van meer dan € 16 per uur. Bovendien moet de opdrachtgever achteraf controleren hoeveel de zzp’er heeft gefactureerd, hoeveel tijd hij aan de opdracht heeft besteed en of de juistheid van de factuur aannemelijk is.
Zelfstandigenverklaring
Daarnaast wil het kabinet zzp’ers met een tarief van boven de € 75 meer ruimte te geven om te ondernemen. Deze zzp’ers kunnen straks kiezen voor een zelfstandigenverklaring. Daarmee spreken zij vooraf met hun opdrachtgever af dat ze als zelfstandige ondernemer werken. Om de zelfstandigenverklaring te kunnen gebruiken, mag een opdracht hoogstens een jaar duren. Ook is een inschrijving in de Kamer van Koophandel vereist. Werger wijst erop dat het gebruik van de aanwezige zelfstandigenverklaring niet verplicht is. Als de opdracht kan uitlopen, is het wellicht beter om gebruik te maken van de webmodule of een goedgekeurde modelovereenkomst.
Bronnen: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 24 juni 2019, kenmerk 2019-0000089400 en Tax Talks Live 25 juni 2019
Geef een reactie