Naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad over de box 3-heffing voor de jaren 2013 tot en met 2016 heeft de Belastingdienst bekend gemaakt het massaal bezwaar tegen de box 3-heffing over deze jaren af te wijzen.
Op 14 juni 2019 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de box 3-heffing voor de jaren 2013 en 2014 het recht op ongestoord genot van eigendom schendt. Deze schending is echter volgens de Hoge Raad in beginsel geen reden voor de belastingrechter om in te grijpen. Zie ook: ‘Heffing box 3 op stelselniveau schendt artikel 1 EP’ en ‘De onrechtvaardige box 3, welkom in de Kafkaiaanse wereld’. Daarom zal de Belastingdienst het massaal bezwaar tegen de box 3-heffing voor de jaren 2013 tot en met 2016 afwijzen. De inspecteur zal de bestreden aanslagen niet aanpassen en de belanghebbenden daarover geen brief sturen. Wie uitstel van betaling gekregen, moet het bedrag van de aanslag alsnog betalen. Over het bedrag berekent de fiscus belastingrente.
Wet: art. 5.2 Wet IB 2001 tot en met 31 december 2016
Meer informatie: Belastingdienst Actueel 20 juni 2019
Geef een reactie