Bij taakoverdracht tussen twee of meer instellingen is onder voorwaarden een vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing. Daarvoor is onder meer vereist dat alle activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak aan de verkrijgende instelling worden overgedragen. Bovendien mogen bij die overdracht commerciële factoren geen rol spelen.
X was een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet en een algemeen nut beogende instelling (ANBI) die zich richtte op de huisvesting van senioren. Y was ook een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet en ANBI. Y richtte zich op de huisvesting van studenten. Om zich volledig op studentenhuisvesting te kunnen richten, verkocht Y aan X een viertal complexen seniorenwoningen in het kader van een taakoverdracht. Daarbij is overdrachtsbelasting afgedragen. X is van mening dat een vrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is.
Koopsom indicatie voor commerciële motieven bij taakoverdracht
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat bij een taakoverdracht commerciële factoren geen rol mogen spelen. Volgens het hof houdt deze voorwaarde in dat bij een taakoverdracht voor overdracht geen koopsom mag worden bedongen. Als op grond van publiekrechtelijke regelgeving toch een koopsom moet worden bedongen, dan mag die koopsom de boekwaarde van de onroerende zaak bij overdracht niet overtreffen. Het hof acht de vrijstelling overdrachtsbelasting niet van toepassing, omdat de koopsom van het complex hoger was dan de boekwaarde op het moment van vervreemding. Daarbij verwerpt hij het standpunt van X. Deze was van mening dat de toelichting op de vrijstelling in het besluit overdrachtsbelasting moet worden uitgelegd in overeenstemming met de voorwaarden in de publiekrechtelijke regelgeving. Volgens die regelgeving moeten de twee instellingen voor de overgedragen onroerende zaken een marktconforme koopsom overeenkomen. Dat door het vaststellen van die marktconforme koopsom op grond van publiekrechtelijke regelgeving niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor een van overdrachtsbelasting vrijgestelde levering, is een feit. Het is echter de besluitgever die kan beslissen om de vrijstelling overdrachtsbelasting bij taakoverdracht uit te breiden. X is in cassatie gegaan, omdat deze vond dat het hof de toepasselijke bepaling onjuist had uitgelegd. De Hoge Raad verwerpt het betoog van X. Volgens de Hoge Raad heeft de besluitgever voor de vrijstelling overdrachtsbelasting het niet van belang geacht dat de koopsom van de onroerende zaken ook ziet op de stille reserves in die onroerende zaken. Die reserves blijven aldus beschikbaar voor de overdragende instelling om haar doelstellingen te realiseren.
Wet: art. 15 lid 1 onderdeel h WBR en art. 5d UB /WBR
Meer informatie: Hoge Raad 21 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:999
Geef een reactie