Een WGA-uitkering die is toegekend aan een werknemer die in de dienstbetrekking waaruit de WGA-uitkering is ontstaan recht had op ziekengeld, komt niet ten laste van de Werkhervattingskas. Het feit dat ziekengeld niet daadwerkelijk is uitbetaald, is niet van belang.
Op 1 april 2004 trad een man in dienst bij een B.V. Onmiddellijk voorafgaand aan deze indiensttreding had de man recht op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Tot 1 april 2011 had deze werknemer de status van arbeidsgehandicapte. Op 10 november 2009 is de man opnieuw uitgevallen. Na de wachttijd krijgt hij een WGA-uitkering toegekend. De B.V. heeft het loon van deze werknemer gedurende de wachttijd doorbetaald zonder een beroep te doen op de no riskpolis van de Ziektewet. Het UWV heeft daarom geen ziekengeld aan de werknemer betaald. Het UWV heeft evenmin ziekengeld gecompenseerd aan de B.V.
Te hoog
De Belastingdienst rekent de WGA-uitkering toe aan de B.V. voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). Daardoor komt deze premie op een hoger bedrag uit. De B.V. is het daar niet mee eens en gaat in beroep. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden houdt het wettelijke begrip ‘recht op ziekengeld’ niet in dat dit recht is geclaimd en uitbetaald (geconsumeerd), zoals de fiscus in navolging van het UWV stelt. Voldoende is dat de B.V. uit hoofde van de no riskpolis recht op ziekengeld had. Tussen partijen is niet in geschil dat de werknemer recht had op ziekengeld. Het Hof oordeelt dat de WGA-uitkering die aan de werknemer is betaald, redelijkerwijs niet valt toe te rekenen aan de B.V. Het gevolg is dat de Belastingdienst de individuele premiecomponent WGA-lasten en daarmee het gedifferentieerd premiepercentage Whk 2017 te hoog heeft vastgesteld.
Wet: art. 117b, derde lid, onderdeel c, Wfsv en art. 29b Ziektewet
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 27 augustus 2019 (gepubliceerd 6 september 2019), ECLI:NL:GHARL:2019:7008
Geef een reactie