Nu Prinsjesdag erg dichtbij komt, behandelt Taxence nog een paar maatregelen die het kabinet wellicht op Prinsjesdag bekend maakt en die in de eerdere vooruitblikken nog niet aan bod zijn gekomen.
Het kabinet heeft nog een aantal maatregelen met een fiscale gevolgen in gedachten. Onder meer de volgende maatregelen worden wellicht ook opgenomen in het pakket belastingmaatregelen dat de staatssecretaris van Financiën op Prinsjesdag bekend maakt:
- verlaging zelfstandigenaftrek;
- het voortzetten van het overgangsrecht voor hybride lijfrenten van vóór 2001;
- (misschien) het vrijstellen van letselschadevergoedingen;
- het versoepelen van de vrijstelling voor overheidsondernemingen;
- een einde maken aan de aftrekbaarheid van dwangsommen aan ondernemingen;
- de invoering van een renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars;
- lager btw-tarief op digitale boeken, kranten en tijdschriften;
- de invoering van een specifieke vrijstelling van de assurantiebelasting voor Brede Weersverzekeringen; en
- uitsluiting van de inkeerregeling bij in het buitenland opgekomen inkomen uit aanmerkelijk belang;
- verschuiving in energiebelasting; en
- de invoering van een CO2-heffing voor de industrie.
Deze wijzigingen komen hieronder kort aan bod.
Verlaging zelfstandigenaftrek
Het kabinet wil in 2020 beginnen met een verlaging van de zelfstandigenaftrek. De zelfstandigenaftrek bedraagt nu nog € 7.280. Het is de bedoeling dat de zelfstandigenaftrek uiteindelijk zo’n € 5.000 zal bedragen.
Voortzetten overgangsrecht hybride lijfrenten
In beginsel eindigt het overgangsrecht voor lijfrenteproducten van vóór 2001 op 31 december 2020. Op die datum gaan deze lijfrenten over van box 1 naar box 3. Maar het pakket Belastingplan 2020 zal het voorstel bevatten om het overgangsrecht per 1 januari 2021 voort te zetten voor de hybride lijfrenten. Ook zal het komen tot een afschaffing van de afrekenverplichting.
Vrijstelling letselschadevergoedingen
Momenteel vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheid om letselschadevergoedingen uit te sluiten van de grondslag van de vermogensrendementsheffing. Naar verwachting wordt op Prinsjesdag de uitkomst van dit onderzoek bekend gemaakt.
Versoepeling vrijstelling voor overheidsondernemingen
Hoewel overheidsondernemingen in principe vennootschapsbelastingplichtig zijn, geldt onder voorwaarden een subjectieve vrijstelling voor onderwijslichamen. Een van de voorwaarden is dat het onderwijslichaam voldoet aan de zogeheten bekostigingseis. Dat betekent dat het onderwijs voor 70% of meer wordt bekostigd uit publieke middelen, uit wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld. Op grond van een goedkeurend besluit behoort de verplichte ouderbijdrage voor toelating tot het internationale curriculum van een onderwijsinstelling ook tot deze middelen. Hetzelfde geldt voor de verplichte ouderbijdrage voor toelating tot een geaccrediteerde Europese school. Hetzelfde besluit behandelt door de Staat beheerste publiekrechtelijke rechtspersonen (onder bepaalde voorwaarden) op dezelfde wijze als privaatrechtelijke overheidslichamen. Daardoor is de vrijstelling voor interne diensten en de quasi-inbestedingsvrijstelling eerder van toepassing. Het is de bedoeling dat deze onderdelen van het besluit in en wet worden vastgelegd..
Einde aftrekbaarheid dwangsom
Eerder dit jaar wees een Tweede Kamerlid de minister van Financiën erop dat ondernemingen opgelegde boetes niet kunnen aftrekken, maar opgelegde bestuurlijke dwangsommen wel. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om bestuurlijke dwangsommen op het gebied van milieubeheer. Het Kamerlid verzocht de minister om deze dwangsommen niet meer aftrekbaar te maken. De minister liet weten dat hij de mogelijkheid tot het invoeren van een aftrekbeperking van bestuurlijke dwangsommen wil onderzoeken. Misschien behoort deze aftrekbeperking wel tot de voorgestelde belastingmaatregelen die op Prinsjesdag bekend worden gemaakt.
Renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars
De staatsecretaris van Financiën heeft een conceptwetsvoorstel opgesteld met een speciale renteaftrekbeperking voor banken en verzekeraars. Het deel van de rente dat niet aftrekbaar is, kan men voor banken berekenen met de formule: (8-L)/(100-L). L staat hierbij voor de zogeheten leverage ratio op 31 december van het kalenderjaar waarin het desbetreffende boekjaar aanvangt. Bij verzekeraars moet men werken met de eigenvermogenratio in plaats van met de leverage ratio. Beide ratio’s geven inzicht in de mate waarin het lichaam is gefinancierd met eigen en vreemd vermogen. De leverage ratio of de eigenvermogenratio wordt bij het gebruik van de formule op maximaal 8 gesteld. Deze maatregel is bedoeld om banken en verzekeraars te stimuleren om een zeker minimumkapitaal aan te houden. De bedoeling is dat de staatssecretaris het echte wetsvoorstel op Prinsjesdag bekend maakt.
Lager btw-tarief digitale boeken en tijdschriften
Het is de bedoeling dat langs elektronische weg geleverde boeken, kranten en tijdschriften vanaf 1 januari 2020 onder het lage btw-tarief vallen. Dit plan is al vastgelegd in een conceptwetsvoorstel, maar moet nog in een echt wetsvoorstel worden opgenomen.
Specifieke vrijstelling assurantiebelasting
Als een landbouwer de schade als gevolg van extreem weer wil opvangen, kan hij een Brede Weersverzekering afsluiten. Onder de huidige regels krijgt hij dan wel 21% (tarief 2019) assurantiebelasting in rekening gebracht. Het kabinet wil het afsluiten van een Brede Weersverzekering aantrekkelijker maken door een vrijstelling van assurantiebelasting in te voeren voor landbouwers. Maar daarvoor is wel goedkeuring van de Europese Commissie nodig. De regeling moet immers geen verboden staatssteun vormen. Het kabinet hoopt tijdig de goedkeuring te krijgen, zodat het deze maatregel kan toevoegen aan het Belastingplan 2020.
Geen inkeer bij buitenlands ab
Op grond van de inkeerregeling kunnen belastingplichtigen die inkomen of vermogen hebben verzwegen de hoogte van een bestuurlijke boete beperken. De inkeerregeling is niet van toepassing voor zover het gaat om verzwegen inkomen uit sparen en beleggen dat in het buitenland is opgekomen. De staatssecretaris overweegt deze uitsluiting van de inkeerregeling uit te breiden met verzwegen inkomen uit aanmerkelijk belang (ab) dat in het buitenland is opgekomen. Overigens zal de enkele omstandigheid dat men effecten fysiek in Nederland houdt niet uitsluiten dat box 2-inkomen in het buitenland is opgekomen.
Verschuiving in energiebelasting
In de energiebelasting voor particulieren zal een verschuiving plaatsvinden. In de periode 2021 – 2026 zal het tarief voor aardgas stijgen, terwijl het tarief voor elektriciteit zal dalen.
Invoering CO2-heffing
In 2021 zal de industrie te maken krijgen met een nieuwe CO2-heffing. In 2021 zal deze heffing beginnen op € 30 per ton en lineair oplopen naar € 125 – € 150 per teveel uitgestoten ton CO2 in 2030 inclusief de ETS-prijs. Deze heffing vloeit voort uit het Klimaatakkoord., maar moet nog in een wetsvoorstel worden vastgelegd.
Wet: art. 3.100 Wet IB 2001, hoofdstuk 2, art. I, onderdelen O en Q van hoofdstuk 2 Invoeringswet IB 2001, art. 6b, eerste lid Wet Vpb 1969, art. 20, 23 en 24 WBR 1970 en art. 67n, derde lid AWR
Bronnen: Ministerie van Financiën 12 november 2018, 2018-0000188216, Tweede Kamer der Staten-Generaal 5 februari 2019, nr. 49 item 4, Ministerie van Financiën 18 maart 2019, keten-ID 10268, Ministerie van Financiën 4 april 2019, 2019-0000057531, Ministerie van Financiën 18 april 2019, Ministerie van Financiën 29 mei 2019, 2019-0000088297, Klimaatakkoord, 28 juni 2019 en NOS 23 augustus 2019
> Zie ook Prinsjesdag 2019: verwachte wijzigingen in de loonheffingen
> Zie ook Prinsjesdag 2019: verwachte wijzigingen in de Vpb
> Zie ook Prinsjesdag 2019: verwachte fiscale wijzigingen voor de auto
Geef een reactie