Bij handel in lege B.V.’s is sprake van bemiddeling inzake effecten. Deze prestatie is vrijgesteld voor de omzetbelasting. Het gaat hier om handelingen die rechten en verplichtingen van partijen inzake waardepapieren kunnen doen ontstaan, wijzigen of tenietgaan. Intenties van partijen zijn niet van belang, aangesloten moet worden bij de feitelijke situatie.
Een dga verrichtte via een aantal B.V.’s werkzaamheden die volgens de dga kwalificeerden als bemiddelen bij het aan- en verkopen van vennootschappen. Bij de FIOD verklaarde de dga er voor te zorgen dat mensen van hun vennootschappen afkwamen waarin schulden en andere problemen zaten door de aandelen op naam van vaste opkopers te zetten.
Hof van Jusititie EU
In geschil bij Rechtbank Gelderland is of een vrijstelling omzetbelasting van toepassing voor handelingen inzake effecten en andere waardepapieren. De dga is van mening dat de vrijstelling van toepassing is. De inspecteur bestrijdt dat en vindt dat de werkzaamheden van de dga aanzienlijk meer betroffen dan alleen bemiddeling bij aandelenverkoop. De rechtbank is het niet met de inspecteur eens en wijst erop dat sprake is van een vrijstelling. Vrijstellingen moeten volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie EU beperkt worden uitgelegd. De rechtbank neemt het arrest van 5 juli 2012, C-259/11, ECLI:EU:C:2012:423 (DTZ Zadelhoff) als uitgangspunt. Volgens dit arrest duidt de term ‘handelingen inzake waardepapieren’ op handelingen die de rechten en verplichtingen van de partijen inzake waardepapieren kunnen doen ontstaan, wijzigen of doen tenietgaan. Dit wordt bereikt door het overdragen van de aandelen. Wat het doel van de verkopers van de aandelen is, is niet relevant. Voorts heeft de inspecteur onvoldoende aangevoerd dat er naast de bemiddeling nog een andere, aanvullende en belaste prestatie, heeft plaatsgevonden bestaande uit advisering. Ook is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een kunstmatige constructie. De dga bemiddelde daadwerkelijk bij verkoop van de aandelen. De naheffingsaanslag omzetbelasting is ten onrechte opgelegd.
In dezelfde zin: Rechtbank Gelderland 26 februari 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:803 en ECLI:NL:RBGEL:2019:805
Wet: art. 11 lid 1 letter i Wet OB 1968
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 26 februari 2019 (gepubliceerd op 7 maart 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:804
Geef een reactie