Bedrijfsbezoeken bij 104 bedrijven leverden in 12 gevallen een vermoeden van kwaadwillendheid op. Bij meer dan de helft van de onderzochte bedrijven is er sprake van onjuist handelen.
Dit schrijft staatssecretaris Snel in een brief naar de Tweede Kamer. Alleen als de Belastingdienst kan aantonen dat bedrijven kwaadwillend handelen, kan tijdens het handhavingsmoratorium van de wet DBA gehandhaafd worden door het opleggen van naheffingen en boetes.
Nieuwe wetgeving
Het kabinet heeft het handhavingsmoratorium ingesteld in afwachting van nieuwe wetgeving voor het inhuren van zelfstandigen. De regels moeten zekerheid geven aan de opdrachtgever wanneer iemand buiten dienstbetrekking werkt en dus als zelfstandige mag werken. Ook wil het kabinet voorkomen dat ingehuurde zelfstandigen feitelijk in dienst zijn (schijnzelfstandigen).
De Belastingdienst voert ongeveer 5600 reguliere onderzoeken per jaar uit waarbij de loonheffingen onderwerp van controle zijn. Daarnaast heeft de dienst in 2018 104 opdrachtgevers bezocht uit zoveel mogelijk verschillende branches en sectoren. Hiervan wordt bij 12 bedrijven vervolgonderzoek ingesteld en het vermoeden van kwaadwillendheid onderzocht. Dit komt bovenop het onderzoek dat bij 8 opdrachtgevers al plaatsvindt naar kwaadwillendheid. Bij 45 bedrijven is er voldoende kennis en ervaring met de huidige zzp-wetgeving en wordt de wet ook op de juiste manier toegepast. Bij de overige 47 bedrijven is er sprake van meer of mindere mate onjuist handelen. Hier zijn dan bijvoorbeeld aanwijzingen dat zzp’ers hetzelfde werk op dezelfde manier doen als werknemers. Of er is sprake van een gezagsverhouding, dat grotendeels bepaalt of iemand in dienstbetrekking werkt of niet.
De resultaten van de bedrijfsbezoeken worden voor de zomer verwerkt in een nieuw toezicht- en handhavingsstrategie.
Meer informatie: Kamerbrief Resultaten toezichtsplan zzp’ers Belastingdienst, 5 maart 2019
Geef een reactie