Een Nederlandse werknemer die een half jaar werkt, maar wel een volledig jaar in Nederland woont, heeft recht op het volledige deel van de heffingskorting voor het premiedeel. Een buitenlandse werknemer die een half jaar werkt en vervolgens Nederland weer verlaat, heeft dat recht niet. Volgens HvJ is dit onderscheid terecht.
Een Poolse vrouw werkte van 1 januari tot en met 21 juni 2013 in Nederland. Bij het bepalen van de heffingskortingen waarop de vrouw recht had, werd het premiedeel van de heffingskortingen verminderd voor de tijd dat de vrouw niet meer in Nederland woonde en werkte. Per 21 juni 2013 verhuisde zij weer naar Polen en verrichtte daar geen arbeid. De vrouw was het niet eens met de tijdsevenredige vermindering van het premiedeel van de algemene heffingskorting. In cassatie stelde de Hoge Raad aan het Hof van Justitie (Hvj) een prejudiciële vraag of Nederland rechtmatig handelt door buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken en wonen slechts een tijdsevenredige vermindering te verlenen van de premies volksverzekeringen en deze tijdsevenredige vermindering te baseren op de periode waarin de werknemers niet langer in Nederland wonen en werken.
Objectief verschil
HvJ oordeelt dat op basis van de Europese wetgeving op elke werknemer slechts één sociale wetgeving van toepassing is. Op personen die geen werkzaamheden verrichten, is alleen de sociale wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats van toepassing. Op grond hiervan kan de Poolse vrouw na verhuizing naar Polen en na het beëindigen van haar beroepsactiviteiten in Nederland niet langer onder het Nederlandse socialezekerheidsstelsel vallen. Daarmee bestaat er een objectief verschil tussen de situatie zoals die van de Poolse vrouw en een werknemer die gedurende het gehele jaar in Nederland woont en verzekerd blijft in het socialezekerheidsstelsel. Het Unierecht verzet zich niet tegen de Nederlandse regeling, waarbij de vermindering van het premiedeel van de heffingskorting evenredig is aan de periode waarin de werknemer niet langer in Nederland is verzekerd in het stelsel van volksverzekeringen, aldus het HvJ.
Wet: art. 45 VWEU, art. 2.6a Wfsv, en art. 3 lid 1 Vo (EG) nr. 883/2004
Meer informatie: HvJ EU 23 januari 2019, C-272/17, ECLI:EU:C:2019:49 (Zyla / Staatssecretaris van Financiën)
Geef een reactie