Als nogal wat tijdsverloop zit tussen het aangaan van een lening en het besteden van het geleende bedrag, is de Belastingdienst soms niet geneigd om te geloven dat de lening is aangegaan ten behoeve van de eigen woning. Dit brengt het recht op hypotheekrenteaftrek in gevaar.
Een man leende € 50.000 van een bank. Volgens de man was het hele bedrag een eigenwoningschuld. Maar de inspecteur meende dat de man maar € 15.669 had gebruikt voor uitgaven voor verbetering of onderhoud van zijn eigen woning. De man gaat in beroep, maar kan voor Rechtbank Den Haag evenmin aannemelijk maken dat hij het geleende geld inderdaad heeft besteed ten behoeve van zijn eigen woning. Een omstandigheid die tegen de man pleit, is dat hij in de jaren 2003, 2004, 2008, 2009 en 2010 facturen heeft betaald met het geleende geld. Door dit tijdsverloop tussen de uitbetaling van een deel van het krediet aan de man en de betaling van de overlegde facturen ligt het verband met de eigen woning niet voor de hand. De rechtbank verklaart het beroep van de man ongegrond.
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 27 juni 2019 (gepubliceerd 13 september 2019), ECLI:NL:RBDHA:2019:9487
Geef een reactie