De salderingsregeling voor zonnepanelen wordt tot 1 januari 2023 ongewijzigd voortgezet. Het blijft hierdoor financieel aantrekkelijk voor huishoudens en MKB-bedrijven om te investeren in zonnepanelen.
Eigenaren van zonnepanelen kunnen drie jaar langer salderen dan was voorzien in het Regeerakkoord. Tot 1 januari 2023 verandert er niets voor wie al zonnepanelen heeft.
Per 1 januari 2023 wordt de salderingsregeling geleidelijk afgebouwd. Dat wil zeggen dat het voordeel dat huishoudens en bedrijven ontvangen op hun energiebelastingen – in ruil voor het terugleveren aan het net – elk jaar iets minder wordt. Uiteindelijk wordt dat voordeel 0 en ontvang je alleen een vergoeding van de energieleverancier voor de teruggeleverde zonnestroom. Dat zal in 2031 het geval zijn. Omdat zonnepanelen steeds goedkoper worden, zal het op de lange termijn ook zonder subsidie financieel interessant zijn om zonnepanelen te installeren. Vanaf 2023 zal ieder huishouden en bedrijf met zonnepanelen automatisch meegaan met de afbouw van salderen, zonder daar iets voor te hoeven doen.
Terugverdientijd
Voor huishoudens die al zonnepanelen hebben of deze kabinetsperiode nog investeren in zonnepanelen, wordt met deze geleidelijke afbouw van salderen een gemiddelde terugverdientijd van circa zeven jaar verwacht.
Voor het geleidelijk afbouwen van salderen tot 2031 is het noodzakelijk voor de Belastingdienst dat huishoudens en bedrijven beschikken over een meter die levering en teruglevering afzonderlijk kan meten, oftewel een meter met minimaal een dubbel telwerk. Dat kan bijvoorbeeld een slimme meter zijn, maar dat hoeft niet per se. Vanaf 1 januari 2023 is het verplicht om zo’n meter met een dubbel telwerk in huis te hebben. De meters zullen voor die datum worden aangeboden door de netbeheerders. Vanaf 2023 kan dan de geleidelijke afbouw van de salderingsregeling starten.
Meer informatie: Ministerie van Economische Zaken, 26 april 2019
Geef een reactie