Zelfs al is sprake van een onroerende zaak zonder deuren, ramen en dakbedekking, dan nog kan het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting van toepassing zijn zolang de onroerende zaak naar zijn aard bestemd is voor bewoning.
Eind 2014 kochten twee belanghebbenden een onroerende zaak, waarbij zij 2% overdrachtsbelasting betaalden. De Belastingdienst vond echter dat de onroerende zaak niet kon kwalificeren als woning en legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting naar een tarief van 6% op.
Overblijfsel
In geschil bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is toepassing van het verlaagde tarief overdrachtsbelasting voor woningen. De inspecteur vond dat het gekochte geen gebouw kon zijn en daardoor ook geen woning. De gekochte onroerende zaak had geen overdekte en/of afgesloten ruimte. Er ontbraken ten tijde van de overdracht binnenwanden, verdiepingsvloeren, kozijnen, ramen, deuren en leidingen. De onroerende zaak is niet meer dan een overblijfsel volgens de inspecteur. Volgens de rechtbank heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een zodanig verval dat de onroerende zaak op niet langer als gebouw kan worden aangemerkt. De omstandigheid dat de onroerende zaak op het moment van overdracht niet geschikt is voor bewoning, doet hier niet aan af. Zelfs het ontbreken van deuren, ramen en dakbedekking maakt dat de onroerende zaak nog steeds een gebouw is dat naar zijn aard bestemd is voor bewoning. Het beroep van de belanghebbenden is gegrond.
Wet: art. 14 lid 2 BRV
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 maart 2019 (gepubliceerd 28 mei 2019), ECLI:NL:RBZWB:2019:1184
Geef een reactie