Welke wijzigingen op pensioengebied kunnen we de komende jaren verwachten? Het hele pensioenstelsel moet op de kop door de gestegen leeftijdsverwachting, de veranderende arbeidsmarkt en de veranderende financiële markten. Finannciële schokken kunnen door vergrijzing en ontgroening niet meer adequaat worden opgevangen, waardoor de robuustheid van het stelsel in het geding is.
Het gesloten pensioenakkoord 2019 zal leiden tot een grote verschuiving van de lasten waarbij de huidige werknemers van 45 jaar en ouder de prijs moeten betalen. Hoe heeft het zover kunnen komen? Drs R.E.H.M. Bremmers geeft in het NDFR-dossier ‘Herziening pensioenstelsel’ onder andere een historisch overzicht van de ontwikkelingen die hebben geleid tot het huidige pensioenakkoord. De meest relevante veranderingen uit dit pensioenakkoord:
-
minder snelle stijging van de AOW-ingangsdatum;
-
elk jaar levenswinst wordt vertaald in acht maanden langer doorwerken en vier maanden langer AOW-pensioen;
-
leeftijdsonafhankelijke premie;
-
uniforme maximale premiegrens;
-
fiscale kader wordt voor alle pensioenregelingen hetzelfde;
-
faciliteren van het collectief invaren van de oude contracten in het nieuwe contract;
-
meer ruimte in het fiscale kader voor het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen;
-
wettelijke verzekeringsplicht voor zelfstandigen tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico;
-
meer ruimte in het fiscale kader voor verlofsparen;
-
collectieve risicodeling;
-
verplichtstelling blijft gehandhaafd;
-
vrijwillige aansluiting mogelijk van zelfstandigen bij de desbetreffende pensioenregeling;
-
afschaffing doorsneesystematiek;
-
compensatie voor werknemers die nu al pensioen opbouwen;
-
loslaten nominale zekerheid;
-
meer (individuele) keuzemogelijkheden;
-
afkoop mogelijk om op pensioeningangsdatum maximaal 10% van de pensioenuitkering in één keer op te nemen;
-
versoepeling art. 32ba wet LB 1964 in geval van uittreden binnen de laatste drie jaar vóór de AOW-ingangsdatum;
-
instellen van een stuurgroep om kwesties betrekking hebbende op het aanvullend pensioen verder uit te werken.
De AOW-leeftijd gaat minder snel omhoog dan eerder was vastgelegd. De koppeling met de levensverwachting blijft bestaan maar wordt minder streng dan voorheen (was: voor ieder jaar langere levensverwachting ook een jaar langer doorwerken, wordt: voor ieder jaar langere levensverwachting, acht maanden langer doorwerken).
Veel is nog onduidelijk. Er moeten nog commissies worden ingesteld die de ontwikkelingen verder uitwerken in concrete wetgeving. Maar ook om nu al gesignaleerde knelpunten, bijv het zwaar raken van 45-plussers, proberen te repareren.
Lees alles over de pensioenontwikkelingen in het NDFR-dossier Herziening pensioenstelsel
Nog geen abonnement op het NDFR? Klik dan hier voor een gratis proefabonnement.
Geef een reactie