Aftrek van rente op een achteraf gesloten lening voor een eerst met eigen middelen gefinancierde verbouwing is mogelijk. Daarvoor kan ook een reeds bestaande lening worden gebruikt. Wanneer men echter niet kan aantonen dat de oude bestaande lening is geheralloceerd naar de nieuwe woning, gaat volgens A-G Wattel de oude lening met de oude woning over naar box 3.
Een man en zijn echtgenote verhuisden op 31 augustus 2009 naar een nieuwe woning. Op 1 januari 2013 was de oude woning nog niet verkocht. Daardoor verliep de termijn van de verhuisregeling en bestond geen recht meer op aftrek van rente voor de lening van de oude woning. De man meende toch nog recht te hebben op aftrek van de rente van de lening die destijds was aangegaan voor de aanschaf van de oude woning. Voor de uitspraak van het hof in deze zaak, zie ‘Uitleg oogmerkvereiste en herbesteding lening oude woning’ Het hof stond aftrek van de rente op de oude banklening toe. De staatssecretaris heeft cassatie tegen de uitspraak van het hof ingesteld.
Verbouwing
A-G Wattel heeft conclusie genomen in deze zaak. Beslissend voor de aftrek van rente op de oude lening is volgens de A-G of de oude lening daadwerkelijk is omgezet in een lening voor de verbouwing van de nieuwe woning in 2009. In de benadering van het hof was die omzetting op 1 januari 2013 (fictief) gebeurd. Dat lijkt echter in tegenspraak te zijn met de stelling van de man dat de lening feitelijk al in 2009 was geheralloceerd naar de toen voltooide verbouwing van de nieuwe woning. De staatssecretaris stelt dat de oude schuld bij de bank niet is geheralloceerd en dat deze schuld met de oude woning een box 3-schuld is geworden. De feiten zijn volgens de A-G niet voldoende duidelijk om dat te kunnen beoordelen. Die herallocatie is essentieel voor aftrek van de rente op de oude banklening. De A-G adviseert de Hoge Raad het principale beroep van de staatssecretaris gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen voor feitelijk onderzoek naar de herallocatie van de oude banklening vóór 1 januari 2013.
Wet: afd. 3.6 Wet IB 2001
Meer informatie: besluit van 10 juni 2010, DGB 2010, 921, Stcrt. 2010,8462
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 27 juni 2019 (gepubliceerd 9 augustus 2019); ECLI:NL:PHR:2019:713
Geef een reactie