Als iemand niet kan aantonen tijdig bezwaar te hebben gemaakt tegen een aanslag moet de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. Dit ligt anders met bezwaar tegen boetes. De inspecteur moet de onjuistheid aantonen van de stelling dat de bezwaarmaker tijdig bezwaar heeft gemaakt om het bezwaar niet-ontvankelijk te kunnen verklaren.
Een B.V. deed geen aangifte loonheffingen over het tijdvak oktober 2015. De Belastingdienst legde daarom een ambtshalve aanslag op van € 4.250 verhoogd met boetes vanwege aangifteverzuim en betaalverzuim. Met dagtekening 16 juni 2015 verzocht de B.V. de inspecteur uitspraak op bezwaar te doen. De inspecteur vroeg daarop om een duplicaat van het bezwaarschrift, maar de B.V. kon geen duplicaat bezwaarschrift overleggen. De inspecteur verklaarde daarop het bezwaar niet-ontvankelijk.
Brieven
In geschil bij Hof Den Bosch is of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Pas tijdens het hoger beroep komt de B.V. met een brief van 10 februari 2016 waarin zij aangeeft dat er al op 3 januari 2016 bezwaar is gemaakt. Een afschrift van het bezwaarschrift van 3 januari 2016 wordt ook door de B.V. overgelegd. Ook overlegt de B.V. de brief van de ontvanger waarin uitstel van betaling wordt verleend voor de aanslag en boetes van 22 februari 2016. Het hof oordeelt dat de B.V. moet bewijzen dat zij op 3 januari 2016 het bezwaarschrift heeft ingediend. Volgens het hof heeft de B.V. niet aangetoond tijdig bezwaar te hebben gemaakt en daarvoor ook geen geldige redenen voor gegeven. In zoverre is het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Voor boetebeschikkingen hoeft de B.V. slechts te stellen dat hij het bezwaarschrift tijdig heeft ingediend. Alleen als de inspecteur de onjuistheid van deze stelling kan aantonen, kan hij het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. De inspecteur kan niet aantonen dat het bezwaar niet tijdig is ingediend. De inspecteur moet de bezwaren tegen de boetes opnieuw in behandeling nemen.
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 februari 2019 (gepubliceerd 15 mei 2019), ECLI:NL:GHSHE:2019:639
Geef een reactie