De omstandigheid dat de belanghebbende voor de rechtbank is vergeten om een geschil over de vergoeding van de kosten van de bezwaarfase aan te kaarten, is voor het hof nog geen reden om in hoger beroep de proceskostenvergoeding te weigeren.
Een man was in bezwaar gegaan tegen zijn WOZ-beschikking. Ter ondersteuning van zijn bezwaar had hij een taxatierapport laten opstellen. Hoewel de gemeente naar aanleiding van het bezwaar de WOZ-beschikking verlaagde, ontving de man geen vergoeding voor de kosten van het taxatierapport. De man begon een beroepsprocedure. In de procedure voor de rechtbank bleef de bezwaarkostenvergoeding buiten beschouwing. Pas voor het hof vroeg de man om een vergoeding van de kosten van het taxatierapport. Het hof kende hem deze vergoeding toe, maar geen vergoeding van de kosten van hoger beroep. Het hof zag geen reden voor deze proceskostenvergoeding omdat de man al voor de rechtbank om de bezwaarkostenvergoeding had kunnen vragen. Maar volgens de Hoge Raad is deze omstandigheid niet van belang. De man is in hoger beroep in het gelijkgesteld, dus had het hof hem een proceskostenvergoeding moeten toekennen. De Hoge Raad kent de man alsnog een vergoeding toe van de kosten van het hoger beroep en cassatie.
Wet: art. 8:75 Awb
Meer informatie: Hoge Raad 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1219
Geef een reactie