Partijen kunnen een overeenkomst van schenking vernietigen op basis van dwaling. Om de wederzijdse dwaling aan de Belastingdienst te kunnen tegenwerpen is het relevant of contractspartijen bij de schenking in vermoedelijke zekerheid verkeerden dat zij een juiste voorstelling hadden van het tarief van de schenkbelasting.
Een man kocht voor € 325.000 een woonhuis van zijn oudtante. Zij bood aan een bedrag van € 100.000 te schenken, zodat de woning voor de man € 225.000 zou kosten. Voor de schenking ontving de man een aanslag schenkbelasting naar het tarief van 30%. Na ontvangst van de aanslag werd een notariële akte van rectificatie opgemaakt, waarbij de schenking werd omgezet in een geldlening. De oudtante schold in 2017 deze lening kwijt. Rechtbank Gelderland stelde de man in het gelijk en verminderde de aanslag schenkbelasting naar nihil. Zie hierover: ‘Besparing op notariskosten pakt verkeerd uit’.
Niets op papier
In hoger beroep oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden toen de man en de oudtante eenmaal bekend werden met de gevolgen van de schenking, noch de oudtante, noch de man die schenking hadden gewild. Echter om de dwaling te kunnen tegenwerpen aan de Belastingdienst is relevant of partijen bij de schenkovereenkomst in vermoedelijke zekerheid verkeerden dat zij een juiste voorstelling van zaken hadden van het tarief van de schenkbelasting. Alleen door het inwinnen van advies hadden de man en zijn oudtante op de hoogte kunnen zijn van het juiste tarief. Het hof rekent het de man aan dat hij over de gevolgen van de schenking niets op papier had laten zetten. Ook ontbreekt een verklaring van de adviseur waarin deze de zienswijze van de man zou kunnen onderschrijven. Volgens het hof heeft de man niet aannemelijk gemaakt dat hij in vermoedelijke onzekerheid verkeerde omtrent het toepasselijke tarief schenkbelasting. Er is daarom geen verschoonbare rechtsdwaling. De aanslag schenkbelasting moet in stand blijven.
Wet: art. 6:228 BW en art. 33 en 33a SW 1956
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 januari 2019 (gepubliceerd op 1 februari 2019), ECLI:NL:GHARL:2019:414
Geef een reactie