Inbreng van een onderneming in een B.V. is een staking van de onderneming door de ondernemer. Bij staking moet een ondernemer in beginsel afrekenen over de stakingswinst. Deze stakingswinst bestaat uit de stille reserves, de fiscale reserves en goodwill. Een ondernemer kan belastingheffing over de stakingswinst uitstellen door het bedingen van een lijfrente bij de overnemende B.V. In de praktijk gaat dit nog wel eens fout.
De overnemer van de onderneming, de B.V., is een toegestane verzekeraar van een lijfrente. De ondernemer die zijn onderneming inbrengt in de B.V., kan bij diezelfde B.V. een lijfrente bedingen. Het voordeel hiervan is dat het de ondernemer geen liquiditeiten kost. Gaat het fout, dan krijgt de stakende ondernemer alsnog een aanslag voor de stakingswinst en een verhoging van 20% revisierente voor de waarde van de bedongen lijfrente.
Valkuil bedingen lijfrente
Een stakingswinstlijfrente kan uiterlijk worden bedongen binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de ondernemer de onderneming staakt. Bij inbreng van een onderneming met terugwerkende kracht naar 1 januari 2019, lijkt het voor de hand te liggen de stakingswinst in 2018 te nemen. Dat kan, maar dan moet de B.V. al voor 1 juli 2019 zijn opgericht. Bij het oprichten van de B.V. na 1 juli 2019 gaat het dan fout. Het bedingen van een lijfrente van een B.V. in oprichting is niet mogelijk.
Alternatief: stakingswinst in jaar van oprichting van de B.V.
De ondernemer kan de stakingswinst echter ook nemen in 2019 als in dat jaar de B.V. wordt opgericht. De stakingswinst kan namelijk ook worden genomen in het jaar waarin de B.V. definitief is opgericht. De lijfrente moet dan voor 1 juli 2020 zijn bedongen. Voordeel van het nemen van de stakingswinst in een later jaar is ook nog dat de bedragen waarvoor een lijfrente kan worden bedongen vaak nog zijn verhoogd (geïndexeerd).
Gratis download
Met de gratis tool ‘Checklist oprichting B.V.’ houdt u bij wanneer bepaalde acties uitgevoerd moeten worden. Zo behoudt u gedurende de uitvoering van het advies en de oprichting van de B.V. het overzicht voor uzelf en uw cliënt! Deze tool is afkomstig uit de Toolkit ‘Inbreng in de B.V.’ Deze toolkit bevat daarnaast nog rekentools, modelovereenkomsten en overige documentatie om uw cliënt praktijkgericht te kunnen adviseren. U kunt direct aan de slag.
Wet: art. 3.129 en 3.130 Wet IB 2001
Overig: Besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB 2014/816, Stcrt. 2014, 16111, paragraaf 4.2.2.
Geef een reactie