De inspecteur mag bij het vaststellen van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen uitgaan van de juistheid van de gegevens uit de aangifte. Hij is alleen tot nader onderzoek gehouden als hij aan de juistheid van enig in de aangifte opgenomen gegeven in redelijkheid behoort te twijfelen.
Tot 1 juli 2013 was een man in dienst bij het UWV. De werkgever wilde de werknemer ontslaan en betaalde hem een beëindigingsvergoeding van € 41.033 bruto. Daarvan betaalde het UWV de man € 9.400 onbelast uit. De ex-werknemer volgde van 1 september 2013 tot en met 15 mei 2014 een BBL-opleiding informatiedienstverlening en wenste daarvoor € 8.900 als scholingsuitgaven in aftrek te brengen in zijn aangifte inkomstenbelasting. Bij controle van de aangifte over 2015 kwam de inspecteur er achter dat de man in 2013 scholingsuitgaven in mindering had gebracht. Nadat de inspecteur een vragenbrief had gestuurd, gaf de man aan dat de opleiding was bekostigd uit de ontbindingsovereenkomst.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of sprake is van een nieuw feit of een ambtelijk verzuim. Het hof oordeelt over de aftrek van scholingsuitgaven uit een onbelaste vergoeding dat de kosten niet op de man hebben gedrukt en er geen aftrek is. Volgens het hof is het zeer wel mogelijk dat de ex-werknemer een opleiding heeft gevolgd die hij zelf heeft bekostigd, of dat de scholingskosten door hem waren betaald anders dan uit de onbelaste vergoeding. Op die grond kan niet worden gezegd dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan en er sprake was van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
Wet: art. 16 AWR
Geef een reactie