Niet geheel verrassend is het dat het de Hoge Raad aan moed ontbreekt om in te grijpen in box 3. Zich in vele bochten wringend besliste de Hoge Raad afgelopen vrijdag dat box 3 in strijd is met het eigendomsvereiste en daarmee sprake is van een rechtstekort.
Toch vindt hij dat het niet aan de rechter is om in te grijpen, aangezien de keuzes van de wetgever binnen het wettelijk stelsel niet voldoende duidelijk zijn. Of te wel: het is niet eerlijk, maar we doen er niets aan want ons is niet gezegd wat we wel mogen doen. Een kafkaiaanse cirkelredenering die bij mij het beeld oproept van het winkelend publiek dat bij een winkeldiefstal wegkijkt, omdat de winkelier niet duidelijk aangeeft zijn eigendom te willen beschermen.
Ik realiseer me de botheid van deze vergelijking, maar wanneer zelfs ons hoogste rechtsorgaan zich niet competent acht, wie dan wel? Van de wetgever zijn immers geen directe maatregelen te verwachten. In zijn voorjaarsbrief over box 3 geeft staatssecretaris Snel aan dat de keuzes in box 3 zo ingewikkeld zijn dat het volgend kabinet deze maar moet maken. Bovendien heeft de Hoge Raad impliciet duidelijk gemaakt dat hij akkoord is met de wijzigingen in 2017 voor de vaststelling van het forfaitaire rendement. Voor de haalbaarheid van de oude 4% leest de Hoge Raad in de wetsgeschiedenis dat de wetgever uitsluitend heeft gedoeld op weinig risicovolle beleggingen en spaargelden. In de nieuwe systematiek heeft de wetgever het forfaitaire rendement daarentegen ook afhankelijk gemaakt van aandelen en vastgoed.
Hoe nu verder?
In zijn arresten maakt de Hoge Raad een duidelijk onderscheid tussen box 3 op stelselniveau en individuele gevallen. Wanneer een belastingplichtige namelijk persoonlijk een ‘individuele en buitensporige last’ heeft, acht de Hoge Raad het wel rechtvaardig om de wet opzij te zetten. Hier zal echter niet snel sprake van zijn, aangezien daarvoor niet alleen het verschil tussen het reële rendement en box 3-heffing relevant is, maar de gehele financiële positie. Het arrest over de onteigende belegger in SNS-aandelen leert ons dat pas bij een inkomenspositie onder de armoedegrens de rechtvaardigheid het van de wet wint. In de vergelijking van de winkeldief: alleen bij een hele kleine winkelier moet het publiek ingrijpen.
Drs. Jeroen Knol is eigenaar van O4 & Partners Private Office en werkzaam als family officer/vermogensregisseur.
Dinsdag 26 november 2019 verzorgt hij de Masterclass Vermogen in box 1,2 3. In deze masterclass neemt hij u mee door alle wijzigingen van de afgelopen jaren waarbij hij uw dagelijkse praktijk als uitgangspunt neemt. Zoals u van hem bekend bent, staat een integratieve multidisciplinaire aanpak centraal. > Meer informatie en aanmelden.
> Zie ook Heffing box 3 op stelselniveau schendt artikel 1 EP
Geef een reactie