Als in het kader van een derdenbeslag een uitkeringsinstantie een deel van een uitkering van een schuldenaar uitbetaalt aan de schuldeiser, heeft dit geen gevolgen voor de hoogte van de belastbare uitkering.
Een vrouw kreeg een uitkering van € 14.430 van het UWV. Omdat zij ook een schuld had, liet haar schuldeiser een executoriaal derdenbeslag leggen op deze uitkering. Het UWV keerde daarom een bedrag van € 1.446 direct uit aan de schuldeiser. De vrouw was het daar niet mee eens. Bovendien stelde zij dat door de inhouding in verband met het derdenbeslag de belastbare uitkering maar € 12.984 bedroeg. Maar zowel de Belastingdienst als de belastingrechter meent dat het ingehouden bedrag wel behoort tot de belastbare uitkering. Als gevolg van de gedeeltelijke verrekening van de uitkering met haar schuld wordt de vrouw geacht de uitkering toch in zijn geheel te hebben genoten. Haar stelling dat de beslaglegging onrechtmatig is en/of dat de beslagvrije voet onjuist is toegepast, doet daar niets aan af. Met zulke klachten zal de vrouw trouwens naar de civiele rechter moeten, aldus Hof Den Haag.
Wet: art. 3.101, eerste lid, letter a en 3.146, eerste lid Wet IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag 25 januari 2019 (gepubliceerd 17 juni 2019), ECLI:NL:GHDHA:2019:1441
Geef een reactie