Een fiscale regeling die de aftrek van een overdraagbaar liquidatieverlies uitsluit, is niet in strijd met het Unierecht, zo oordeelt het Hof van Justitie van de EU.
Normaal gesproken vallen verliezen uit deelnemingen volgens de Nederlandse wet onder de deelnemingsvrijstelling. Onder voorwaarden geldt een uitzondering voor verliezen als gevolg van de liquidatie van het lichaam waarin de holding een deelneming houdt. Nederland is niet de enige lidstaat van de EU die voorwaarden stelt aan de aftrekbaarheid van liquidatieverliezen. De fiscale autoriteiten van de lidstaten van de EU moeten echter zich wel houden aan het Unierecht. Het Hof heeft op dit gebied geoordeeld wanneer een indirect belang de aftrek van het liquidatieverlies in de weg staat. Dit is namelijk het geval als de tussenliggende dochtermaatschappij in een andere lidstaat is gevestigd dan de kleindochtermaatschappij. Zijn de dochter- en de kleindochtervennootschap in dezelfde lidstaat gevestigd? Dan vormt de indirecte band tussen de holding en het liquidatieverlies geen reden om de holding de aftrek van het liquidatieverlies te ontzeggen.
Definitieve verliezen
Daarnaast verlangen diverse fiscale autoriteiten, waaronder Nederland, dat een liquidatieverlies ‘definitief’ is. Het Hof gaat daarbij in op een aantal gevallen waarin de vraag opkomt of een liquidatieverlies definitief is. Zo kan het gebeuren dat in de lidstaat van de dochteronderneming verliezen van een vennootschap niet aan een andere belastingplichtige zijn over te dragen in het jaar van de vereffening. Maar deze verliezen zijn wel over te dragen naar andere belastingjaren van dezelfde vennootschap. Mag onder deze omstandigheid een lidstaat bepalen dat alleen de onderneming die de verliezen heeft geleden deze verliezen fiscaal kan benutten in het jaar van de vereffening? Het Hof bevestigt dit. Verliezen zijn niet definitief als zij economisch zijn te benutten door ze vóór de afwikkeling van de vereffening over te dragen aan een derde. Dit is echter anders als de moedermaatschappij aantoont dat zij onmogelijk de verliezen kan benutten door ze aan een derde over te dragen.
Wet: art. 13 en 13d, elfde lid Wet Vpb 1969
Meer informatie: Hof van Justitie van de EU 19 juni 2019, ECLI:EU:C:2019:511
Geef een reactie