Op 31 mei 2019 zag het geactualiseerde verzamelbesluit lijfrenten het levenslicht! Het besluit was toe aan een actualisatie. Het was nog niet ingericht op de in 2013 ingevoerde flexibele AOW-leeftijd. Evenmin was het besluit toegespitst op de in 2017 geïntroduceerde lijfrentebeleggingsrekening.
Nu zijn alle relevante beleidsmatige lijfrentezaken, inclusief enkele na 2012 gepubliceerde losse lijfrentebesluiten, weer op overzichtelijke wijze bijeen gebracht, in geactualiseerde vorm! Het besluit zit boordevol goedkeuringen. Hierna wordt een drietal voor de praktijk belangwekkende goedkeuringen toegelicht.
Geruisloze terugstorting weer mogelijk
Opvallend is dat de geruisloze terugstortingsregeling die tot 1 januari 2017 gold voor te veel op een lijfrente betaalde bedragen terug is. Een heuglijk feit voor de praktijk! Het beleid kent nu geen uiterste einddatum (zie paragraaf 2.6).
Afkoop alimentatie en verrekening pensioen nu in bancaire variant
Het lijfrentebesluit biedt voor de echtscheidingspraktijk twee relevante, kersverse goedkeuringen. Het is nu ook goedgekeurd dat afkoop van een alimentatieverplichting en verrekening van pensioenrechten worden gegoten in de vorm van een bancaire lijfrente. De Wet IB 2001 biedt alleen de verzekeringsoptie. Voor scheidende personen zijn de mogelijkheden nu vergroot (zie paragrafen 9.3.4 en 9.3.5).
Aftrekvoorwaarden bij voortzetting premiebetalende lijfrente/AOV in immigratiejaar versoepeld
Een immigrant kan, als hij vóór het ontstaan van de binnenlandse belastingplicht een lijfrenteovereenkomst of arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft gesloten met een buiten Nederland gevestigd levensverzekeringsbedrijf, de overeenkomst in Nederland voortzetten door middel van premiebetalingen. Om ingevolge de Wet IB 2001 in aanmerking te komen voor aftrek van de op die producten betaalde premies moet het buitenlandse verzekeringsbedrijf voldoen aan voorwaarden die door de Minister van Financiën worden gesteld. In paragraaf 4.9 zijn de cumulatieve voorwaarden opgenomen. Een ervan is ten opzichte van het beleid uit 2012 belangrijk versoepeld. Nu is het niet meer nodig dat een voortgezette lijfrente voldoet aan de voorwaarden van artikel 1.7, lid 1 Wet IB 2001.
Meer weten?
Woensdag 2 oktober 2019 verzorgen Erik van Toledo en mr. dr. Gerard Staats een Masterclass polislezen levensverzekeringen.
Meer informatie: Besluit 16 mei 2019, nr. 2019-115021, Stcrt. 2019, 30558
Geef een reactie