Een beroep op het vertrouwensbeginsel lukt als de belanghebbende heeft vertrouwd op een concrete toezegging van de inspecteur. Bovendien mag deze toezegging niet zo duidelijk in strijd zijn met een juiste wetstoepassing dat de belanghebbende in redelijkheid niet op nakoming door de inspecteur mocht rekenen.
Een B.V. was houder van een Ford Fiësta. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) had de auto gekwalificeerd met N1, een voertuig bestemd voor goederen met een maximummassa van 3,5 ton. Op de site van de Belastingdienst stond een rekenmodule om zelf de verschuldigde motorrijtuigenbelasting (MRB) uit te kunnen rekenen. Aan de hand van een aantal vragen, berekende de module de verschuldigde motorrijtuigenbelasting. Een van de vragen was: Voor welk soort motorvoertuig wilt u een berekening maken? Bij soort voertuig kon de B.V. kiezen uit personenauto of bestelauto. De B.V. koos voor bestelauto en kreeg een uitkomst. Deze bleek achteraf veel te laag te zijn, omdat de auto van de B.V. niet voldeed aan de inrichtingsvereisten voor de kwalificatie als bestelauto.
Concrete toezegging
In geschil bij Rechtbank Gelderland is of de B.V. toch het lage tarief motorrijtuigenbelasting mag toepassen op grond van het vertrouwensbeginsel. De rechtbank vindt dat hier sprake is van een concrete toezegging. De rekenmodule stelde concrete vragen die de B.V. moest invullen aan de hand van haar kentekencard. Daaruit kwam zonder enige clausulering een verschuldigd bedrag aan motorrijtuigenbelasting. Deze concrete toezegging is ook toe te rekenen aan de Belastingdienst, omdat in de rekenmodule expliciet wordt verwezen naar de informatie op de kentekencard. De rechtbank oordeelt dat de auto van de B.V. van buitenaf weliswaar niet op een bestelauto lijkt, maar dat deze wel als zodanig is gebouwd en ingericht. Gelet hierop en de huidige verwijzing naar de inrichtingseisen in de rekenmodule, oordeelt de rechtbank dat het de B.V. niet meteen duidelijk hoefde te zijn dat de hoogte van het belastingbedrag MRB in strijd was met die wet. De rechtbank oordeelt dat de B.V. het met de rekenmodule berekende bedrag MRB mag toepassen.
Wet: art. 3, 23 lid 1 en 24b lid 1 MRB
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 11 april 2019 (gepubliceerd 15 april 2019), ECLI:NL:RBGEL:2019:1577
Geef een reactie