Staatssecretaris Snel ziet niets in het verhogen van de overdrachtsbelasting voor beleggers en een nultarief voor starters. Dit antwoordt hij op Kamervragen.
Zo’n maatregel maakt de overdrachtsbelasting namelijk uitermate complex. Zo vergt het een heldere en controleerbare afbakening van het begrip ‘starter’. De vele variaties in achtergronden van kopers op de woningmarkt maken het moeilijk om een afbakening te maken van de doelgroep die je hiermee beoogt te helpen en maken het potentieel zeer bewerkelijk om voor de overdracht van een woning te controleren welk tarief moet worden toegepast. Daarnaast ziet hij risico’s op ontwijking van het hoge tarief voor kopers van een derde of verdere woning door middel van constructies. Ook is het aannemelijk dat de hogere kosten door de hogere overdrachtsbelasting worden doorbelast naar huurders in de vorm van hogere huren.
Verder gaf de staatssecretaris aan dat hij onderzoek doet naar een andere wijze van belastingheffing over huurinkomsten uit onroerende zaken.
Het doel daarvan is niet om het beleggen in woningen fiscaal minder aantrekkelijk te maken, maar om varianten in beeld te brengen die kunnen bijdragen aan een beter belastingstelsel.
Update 26 maart
Inmiddels is er een motie aangenomen door de Tweede Kamer met het verzoek aan het kabinet om te onderzoeken of een gedifferentieerde overdrachtsbelasting mogelijk is.
Meer informatie: Antwoorden op vragen over de fiscale behandeling van woningen als beleggingsobject, 12 maart 2019
Geef een reactie