Ondernemers die landbouwgrond omzetten in natuurterrein, zullen deze grond in waarde zien dalen. Maar tegenover deze waardedaling kan de subsidie functieverandering staan.
Twee echtgenoten dreven samen met hun zoon een melkveehouderij via een maatschap. De man en de vrouw bezaten landbouwgrond die zij aanmerkten als buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen. In 2011 zetten zij de landbouwgrond om in natuurterrein. De grond daalt daardoor in waarde. Ter compensatie van deze waardedaling ontvangt het echtpaar de zogeheten subsidie functieverandering. De echtgenoten rekenen een derde deel van deze subsidie toe aan hun zoon. De vader wil zijn voormalige landbouwgrond fiscaal afwaarderen naar de lagere bedrijfswaarde. Daarnaast stelt hij dat voor de subsidie een objectieve vrijstelling geldt. Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de mogelijkheid van afwaardering naar de lagere bedrijfswaarde. Maar het hof merkt ook de subsidie functieverandering aan als een vergoeding voor de waardedaling. Bij de winstberekening moet het echtpaar daarom rekening houden met de ontvangen subsidie. Verder is de subsidie fiscaal niet toe te rekenen aan de zoon, omdat de landbouwgrond niet zijn eigendom is en hij evenmin in de waardedaling deelt.
Meer weten over fiscale problematiek in de agrarische sector?
Als u cliënten in de agrarische sector heeft, moet u als adviseur rekening houden met diverse speciale fiscale regelingen. Als u de PE-Pitstop Fiscaal agrarische actualiteiten volgt, bent u goed voorbereid om uw cliënt adequaat advies te geven.
Wet: art. 3.13, eerste lid onderdeel g Wet IB 2001
Regeling: art. 6, eerste lid, onderdeel g Uitv.reg. IB 2001
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2019 (gepubliceerd 15 maart 2019), ECLI:NL:GHARL:2019:2186
Geef een reactie