Het komt in de praktijk voor dat een B.V. in haar statuten opneemt dat haar winst vrij ter beschikking staat aan de algemene vergadering, zij het dat de B.V. niet van plan is winstuitkeringen te doen zolang de wet een winstoogmerk voor een medische instelling niet toestaat. Rechtbank Gelderland meent dat zo’n B.V. niet voldoet aan de winstbestemmingseis die geldt voor een subjectieve vrijstelling.
Onder voorwaarden zijn lichamen waarvan de werkzaamheden voor 90% of meer bestaan uit het genezen, verplegen of verzorgen van zieken subjectief vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Een van de voorwaarden voor privaatrechtelijke lichamen is dat het lichaam een eventuele winst uitsluitend kan aanwenden voor een ander subjectief vrijgesteld lichaam of een algemeen maatschappelijk belang. Een B.V. die onder meer als doel heeft het aanbieden van een programma om te stoppen met roken, meent dat zij onder de subjectieve vrijstelling valt. Hoewel haar winst in principe vrij ter beschikking staat aan de algemene vergadering van aandeelhouders, geldt daarbij wel een voorbehoud. De B.V. heeft namelijk niet als doel het doen van winstuitkeringen, zolang op grond van de wet- en regelgeving een winstoogmerk voor instellingen van medisch specialistische zorg niet is toegestaan. Maar de rechtbank haalt hieruit dat na het beëindigen van de medische werkzaamheden de B.V. de opgebouwde winstreserves aan haar aandeelhouder kan uitkeren. En volgens de statuten is na ontbinding het overgebleven vermogen ook vrijelijk aan te wenden. Daarmee voldoet de B.V. niet aan de winstbestemmingseis en is zij gewoon belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
Wet: art. 5, eerste lid, onderdeel c Wet Vpb 1969
Besluit: art. 4 UB Vpb 1969
Meer informatie: Rechtbank Gelderland 17 december 2018 (gepubliceerd 31 december 2018), ECLI:NL:RBGEL:2018:5431
Geef een reactie