Hof Amsterdam heeft bevestigd dat de Belastingdienst inzage in de gegevens van een museumkaarthouder kan vorderen van de stichting die de museumkaart exploiteert.
In deze zaak had de Belastingdienst een stichting gevraagd mee te werken aan een derdenonderzoek. De stichting exploiteerde namelijk een museumjaarkaart en de fiscus wilde weten op welke data en op welke locaties een specifieke kaarthouder zijn museumkaart had gebruikt. De Belastingdienst verwacht zo de fiscale woonplaats van de kaarthouder te kunnen bepalen. Rechtbank Amsterdam vindt dat voldoende reden om de gegevens van de kaarthouder te eisen. Zie ook: ‘Belastingdienst mag gegevens museumkaarthouder opeisen’.
Zeer ruime bevoegdheid fiscus
De stichting gaat in hoger beroep, maar het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hof merkt daarbij op dat de bevoegdheid van de fiscus om inlichtingen te vragen in het kader van een derdenonderzoek in beginsel zeer ruim is. Dit geldt des te meer nu de inspecteur vraagt naar de gegevens van een specifiek individu. Het is wel zo dat de bevoegdheid van de fiscus om inlichtingen te vragen wordt beperkt als die vragen de activiteiten van de stichting in gevaar brengen. Het hof meent echter dat de stichting niet duidelijk heeft gemaakt waarin dat gevaar in dit geval nu precies schuilt.
Wet: art. 4, 47, tweede lid en 53 AWR
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 5 november 2019 (gepubliceerd 6 november 2019), ECLI:NL:GHAMS:2019:3967
Geef een reactie