De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat heeft een nieuwe beleidsregel gepubliceerd waarin de term ‘technisch wetenschappelijk onderzoek’ voor het aanvragen van een S&O-verklaring nader wordt uitgelegd.
De in een beleidsregel uit 2005 gegeven voorbeelden zijn zodanig verouderd dat deze voorbeelden niet meer actueel zijn. De staatssecretaris heeft daarom een nieuwe beleidsregel uitgebracht waarin geen voorbeelden meer zijn opgenomen. Voorbeelden wordt in het vervolg opgenomen in de WBSO-handleiding die ieder jaar door de Rijksdienst voor ondernemend Nederland wordt gepubliceerd. Deze kunnen dan eenvoudig worden geactualiseerd.
Het gehanteerde begrip ‘technisch wetenschappelijk onderzoek’ wordt in de nieuwe beleidsregel zo uitgelegd dat de aanvraag van een S&O-verklaring niet wordt afgewezen vanwege het feit dat:
a. het resultaat van het onderzoek geen toepassing kan vinden in een technisch nieuw fysiek product of productieproces;
b. de resultaten van het onderzoek niet reproduceerbaar zijn of de statistische betrouwbaarheid van het onderzoek niet inzichtelijk is;
c. de aanvrager in het onderzoek geen nieuwe concepten, wetmatigheden of theorieën ontwikkelt;
d. de aanvrager in het onderzoek geen onbekend werkingsprincipe verklaart.
Ruimere uitleg
In de nieuwe beleidsregel (een voortzetting van de oude beleidsregel) wordt op enkele punten een iets ruimere uitleg gegeven aan het in de wet gehanteerde begrip ‘technisch wetenschappelijk onderzoek’ dat tot 2005 werd gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen. Bij de beoordeling van technisch wetenschappelijk onderzoek wordt onder meer onderzocht of het onderzoek technisch is.
Vanaf 2005 kunnen, op grond van deze beleidsregel en zijn voorganger, ook onderzoeken waarvan niet van tevoren is aan te geven of zij tot toepassing in technisch nieuwe fysieke producten of technische nieuwe fysieke productieprocessen kunnen leiden, als speur- en ontwikkelingswerk worden aangemerkt. Ook worden bij de beoordeling van aanvragen inzake technisch-wetenschappelijk onderzoek iets minder hoge eisen gesteld aan de mate van wetenschappelijkheid van het onderzoek. Wel is van belang dat de aanvrager zelf theoretische of praktische kennis genereert in het onderzoek en zelf een verklaring zoekt voor een verschijnsel, die niet is te geven op basis van algemeen toegankelijke kennis.
De beleidsregel treedt met ingang van 1 januari 2020 in werking.
Meer weten?
Donderdag 28 november 2019 verzorgen mr. Eefje de Vries en mr. Arthur Gimes de Masterclass Innovatiebox en WBSO. > Informatie en aanmelden
Meer informatie: Min. EZK 28 oktober 2019 (Stcrt. 2019, 60660)
Geef een reactie