Het meenemen van de herinvesteringsreserve (hir) van een oude naar een nieuwe onderneming is in beginsel niet toegestaan. Het is daarom van belang om te weten of de onderneming überhaupt is gestaakt. De fiscus kijkt daarbij of de identiteit van de onderneming wezenlijk dezelfde is gebleven.
Als een ondernemer op het stakingsmoment nog geen gelegenheid heeft gehad om de hir te gebruiken valt deze in de (stakings)winst. Zie in dit kader ook onze handige Checklist 'Investeren en de fiscus'. Alle fiscale en stille reserves worden dus alsnog belast. Dat geldt ook als men na staking wederom gaat ondernemen. Over staking en gebruik van de herinvesteringsreserve is veel rechtspraak verschenen. Een voorbeeld hiervan is een zaak die speelde voor Rechtbank Breda. In deze zaak wilde een vrouw een hir vormen voor haar aandeel in de gerealiseerde goodwill bij de verkoop van een café. Zij wilde de hir in een soortgelijk bedrijf, een nieuwe brasserie, gebruiken. Maar volgens de rechtbank was dit niet mogelijk, omdat duidelijk sprake was van een staking van het café. De identiteit van de onderneming was namelijk wezenlijk veranderd. De rechter hield daarbij rekening met onder meer de locatie, de sfeer en inrichting, de producten die werden aangeboden en de omzet van het verkochte café en de brasserie. Het feit dat de klantenkring en een groot deel van het personeel (oproepkrachten) hetzelfde was gebleven was volgens de rechtbank niet relevant. Nu sprake was van een staking viel ook de goodwill in de stakingswinst.
Meer informatie: Rechtbank Breda, 30 maart 2012 (gepubliceerd 29 mei 2012), LJN: BW6775
Geef een reactie