Om te bepalen of sprake is van een civielrechtelijke levering van een onroerende zaak is van belang wie de beschikkingsmacht over de onroerende zaak heeft. Een beperking met betrekking tot de bevoegdheid om de onroerende zaak te verkopen heeft geen invloed op de beschikkingsmacht.
Een Nederlandse gemeente verkocht en leverde een nieuw schoolgebouw met ondergrond aan een stichting. De inspecteur legde een naheffingsaanslag omzetbelasting op voor de in aftrek gebrachte btw op de nieuwbouw en voor de naar de gemeente verlegde btw. Volgens de inspecteur was geen sprake van een levering voor de btw. De Hoge Raad gaf aan dat sprake was van een levering als de macht wordt overgedragen om als eigenaar over een goed te beschikken. Daarbij is de rechtsbetrekking tussen partijen van belang. Uit de zaak bleek dat de beschikkingsmacht lag bij het bevoegd gezag van de stichting. Ondanks het feit dat er wettelijke beperkingen golden voor het bevoegd gezag bij verkoop van het schoolgebouw hadden zij volgens de Hoge Raad toch de volledige beschikkingsmacht over het ge bouw. De wettelijke beperking had geen betekenis zolang het gebouw bestemd bleef voor het geven van onderwijs. Er was dan ook sprake van een levering omdat de beschikkingsmacht was overgedragen. De betaalde btw kon alsnog in aftrek worden gebracht.
Wet: artikel 3 lid 1 Wet omzetbelasting 1968
Meer informatie: Hoge Raad, 17 februari 2012, LN: BR4486
Geef een reactie