Toen de overheid met het Witteveenkader nieuwe fiscale regels voor pensioenen had ingevoerd kregen pensioenmaatschappijen in de praktijk nogal wat tijd om de pensioenen aan te passen. Volgens Rechtbank Haarlem moet de Belastingdienst een bv met het pensioen van haar directeur-grootaandeelhouder (dga) in eigen beheer ook zoveel tijd geven.
Op 1 juni 1999 werd een nieuwe wetgeving voor pensioenen van kracht. Deze wetgeving staat ook wel bekend als het Witteveenkader. Volgens de wet moesten lichamen waarin pensioenen waren ondergebracht de pensioenregelingen die op 1 juni 1999 bestonden uiterlijk 1 juni 2004 hebben aangepast aan het Witteveenkader. Vond de aanpassing te laat plaats, dan kon de fiscus de pensioenaanspraak belasten. Dankzij een Besluit van de staatssecretaris van Financiën (CPP2004/1179M) stond de Belastingdienst echter toe dat een onzuiverheid in de pensioenregeling uiterlijk 1 november 2008 aan het Witteveenkader was aangepast. De aanpassing moest dan wel terugwerken tot 1 juni 2004. In de zaak voor rechtbank Haarlem wilde de inspecteur dit begunstigend beleid niet toepassen op een bv die het pensioen van haar dga in eigen beheer hield. De bv had de pensioenregeling niet op 1 juni 2004, maar pas een maand later aangepast. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur in strijd handelde met het gelijkheidsbeginsel. Hij paste het begunstigend beleid immers wel toe op pensioenregelingen van gewone werknemers als deze pensioenen waren ondergebracht bij professionele verzekeraars. De rechtbank vond dat op dit punt geen verschil bestond tussen de pensioenregelingen voor gewone werknemers en voor de dga. De fiscus mocht de pensioenaanspraak daarom niet belasten.
Wet: artikel 38b LB 1964 (stand per 1 januari 2004)
Meer informatie: Rechtbank Haarlem, 31 mei 2012 (gepubliceerd 8 juni 2012), LJN: BW7885
Geef een reactie