De aanstaande inwerkingtreding van het Wetsvoorstel aanpassing tarief levende dieren heeft vooral consequenties voor de paardenhandel. Volgens deze wet moet de Nederlandse paardenhandel het hoge btw-tarief van 19% gaan toepassen. Alleen voor paarden die bestemd zijn voor slacht en waarvan het vlees bestemd is voor consumptie, blijft het verlaagde tarief gelden.
In tegenstelling tot rundvee, schapen, geiten en varkens zijn paarden in het algemeen niet bestemd voor de bereiding van levensmiddelen. Ook de generieke toepassing van het verlaagde btw-tarief voor het opfokken van paarden vervalt volgens deze wet. Paardenhandelaren die nu nog onder de zogenaamde veehandelregeling vallen (en dus gebruik maken van de landbouwregeling) moeten dus straks 19% btw in rekening brengen en afdragen.
Oorspronkelijk zou de wet per 1 januari 2012 van kracht gaan. Het kabinet heeft echter uitstel gevraagd bij de Europese Commissie vanwege de vrees dat de Nederlandse paardensector concurrentienadeel ondervindt ten opzichte van Duitsland en Frankrijk. Het kabinet verzocht de Europese Commissie de inwerkingtreding van deze wet gelijktijdig te kunnen laten plaatsvinden met het moment waarop Duitsland en Frankrijk hun wetgeving op het gebied van het btw-tarief voor levende dieren conform de Europese btw-richtlijn hebben aangepast. Deze expliciete koppeling is deels gelukt. In Duitsland ligt op dit moment een wetsvoorstel bij het parlement dat regelt dat in Duitsland per 1 juli 2012 voor alle leveringen en diensten met betrekking tot paarden het algemene tarief wordt toegepast. In Frankrijk is de zaak die de Europese Commissie heeft aangespannen met betrekking tot het verlaagde btw-tarief op paarden op dit moment nog aanhangig bij het Hof van Justitie.
Meer informatie: Kamerbrief over fiscale toezeggingen
Geef een reactie