Wie kunstwerken verhuurt aan een museum dat kwalificeert als een algemeen nut beogende instelling (anbi) zonder daar per saldo een vergoeding voor te krijgen, kan het bedrag van de huur aftrekken als gift. Volgens Rechtbank Den Haag vormt deze situatie geen bruikleen dat geen recht op aftrek geeft.
In de desbetreffende zaak had een kunstverzamelaar een overeenkomst gesloten met een museum dat de anbi-status had. Op grond van de overeenkomst verhuurde de verzamelaar enkele kunstwerken voor vijf jaren aan het museum tegen een zakelijke vergoeding. De man deed afstand van de huur in ruil voor een schuldbekentenis ter grootte van hetzelfde bedrag. Het museum hoefde over deze schuld geen interest te betalen. Vervolgens liet de verzamelaar een notariële akte opstellen, waarin stond dat hij jaarlijks het museum een bedrag zou schenken dat gelijk was aan het bedrag dat het museum jaarlijks moest aflossen. De man wilde dit bedrag aftrekken als gift in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Bruikleen
De inspecteur stond de giftenaftrek niet toe. Hij stelde dat hier fiscaal gezien sprake was van bruikleen, waarbij geen recht op giftenaftrek ontstaat. De rechtbank verwierp dit standpunt. De belastingdienst mocht bij een juridische constructie alleen een afwijkende fiscale kwalificatie geven als het navolgen van de juridische vorm leidt tot onaanvaardbare fiscale gevolgen. Dat was hier niet het geval. De verzamelaar verarmde echt, omdat hij tijdelijk niet kon beschikken over zijn kunstobjecten zonder daarvoor een vergoeding te krijgen. De constructie had wel het effect dat bij het overlijden van de man de gift zou eindigen en het museum de schuld zou behouden. Maar dat was onvoldoende reden voor fiscale herkwalificatie. De kunstverzamelaar mocht dus zijn schenkingen aftrekken.
Wet: artikelen 6.33, 6.34 en 6.38 IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 4 januari 2012 (gepubliceerd 6 maart 2012), LJN: BV1159
Geef een reactie